Doorgroeibare verharding en beheer - KAN bouwen

Doorgroeibare verharding en beheer

Door Claudia Bouwens (programmaleider KAN), met dank aan Hiltrud Pötz (Atelier Groenblauw) en Floris Boogaard (Deltares, Hanze Hogeschool)

Regelmatig spreek ik alle KAN deelnemers om te horen hoe het met hun KAN project gaat en waar ze tegenaan lopen. Een terugkerend struikelblok voor ontwikkelaars blijkt te zijn: de toepassing van doorgroeibare verharding zoals grasstenen, bijvoorbeeld als verharding voor parkeerplaatsen.

In de ambitiefase is er nog niets aan de hand: de gemeente heeft vaak als beleidsambitie om klimaatadaptieve plannen te realiseren. Dat betekent voor de uitwerking: het regenwater de bodem in krijgen, dààr waar de druppel valt. Volgens het gidsprincipe: vasthouden, infiltreren en/of bergen en circuleren in vijvers en singels in het gebied, schoonhouden, en alleen als het niet anders kan, afvoeren naar de rivieren en vervolgens naar zee. Dat wordt door de ontwikkelaar, stedenbouwkundige en landschapsarchitect uitgewerkt in het plan door meer groen toe te passen en waar mogelijk bestrating weg te laten, of bijvoorbeeld door de toepassing van grasstenen.

In de uitwerkingsfase heeft de gemeente echter een andere pet op. In veel projecten blijkt de dienst Onderhoud en Beheer een streep door de halfdoorlatende verharding te zetten. De gehoorde argumenten zijn: geen ervaring mee, we weten niet hoe we dit moeten onderhouden, moeilijk schoon te houden, hier komen klachten over van bewoners, en het vaakst horen de KAN-deelnemers: dit staat niet in ons Handboek/Leidraad Inrichting Openbare Ruimte. Dit geldt overigens ook vaak voor de wadi, de helofytenfilter, de natuurvriendelijke oever, en andere ‘nieuwe’ klimaatadaptieve of natuurinclusieve maatregelen.

Handboek/Leidraad Inrichting Openbare Ruimte
Het Handboek of de Leidraad Inrichting Openbare Ruimte is een bijzonder fenomeen. Bijzonder omdat elke gemeente zijn eigen handboek heeft, en dit zelf eens in de zoveel jaar actualiseert. De meerwaarde van deze handboeken staat buiten kijf. Maar voor zover ik heb kunnen ontdekken, is er geen centrale bron zoals CROW, STOWA of RIONED die actualisaties ter beschikking stelt aan de gemeenten. Ze mogen allemaal zelf het wiel uitvinden. Dit zou toch slimmer kunnen.

Waarom huiverig?
Waarom ligt er al op veel plekken in Nederland halfdoorlatende verharding, maar zijn de diensten Beheer en Onderhoud er huiverig voor? Ik ben er eens ingedoken, en vond hier en hier recente onderzoeken uit 2021 naar de ervaringen met halfdoorlatende verharding. Er zijn in Nederland sinds 2014 veel onderzoeken naar doorlatende en waterpasserende verharding uitgevoerd en er is uitgebreid (wetenschappelijk) gepubliceerd, voortkomend uit landelijke projecten zoals De Infiltrerende Stad. Feitelijk gaan deze onderzoeken vooral over de vraag: in hoeverre kan water door halfdoorlatende verharding infiltreren?

Toepassing van doorgroeibare verharding in het centrum van Antwerpen

Voor het onderzoek van Kennisbank Groenblauw zijn interviews afgenomen bij gemeenten die vooroplopen in de toepassing van klimaatbestendige verharding, namelijk de gemeenten Delft, Rotterdam, Utrecht en Almere. Ook is er een verdiepende workshop gehouden met de gemeente Leiden. Voor het tweede onderzoek ‘TKI doorgroeibare verhardingen’ zijn verschillende metingen uitgevoerd naar doorgroeibare verhardingen van verschillende fabrikanten in onder andere de gemeenten Eindhoven, Groningen en Tilburg.

Afnemende prestaties
Grofweg is de hoofdconclusie: de prestaties van waterpasserende en waterdoorlatende verharding nemen af door de tijd. Zelfs met goed onderhoud is het niet mogelijk om de prestaties terug te brengen naar het uitgangsniveau. Bij doorgroeibare verhardingen lijken de eerste metingen positief. Het infiltrerend oppervlak is groter dan bij waterdoorlatende verharding, en daarnaast blijkt dat als het gewas goed groeit, de verhardingen beter bestand zijn tegen dichtslibbing en daardoor op lange termijn hydraulisch beter kunnen presteren.

Waar het op neer komt is dat je voor infiltratie de bestrating beter kunt laten afwateren naar een greppel, wadi of infiltratiestrook. Alleen waar echt geen ruimte is voor dergelijke infiltratievoorzieningen kun je (half)doorlatende verharding toepassen, met straatkolken als back-up om water-op-straat-situaties minder vaak te laten voorkomen.


Test van doorgroeibare verharding op bedrijventerrein Euvelgunne in Groningen

Over grasstenen (doorgroeibare bestrating) wordt geconcludeerd dat er nog te weinig praktijkmetingen zijn om goede conclusies te kunnen trekken over de (lange termijn) prestaties van de diverse producten en situaties. Gelukkig vindt momenteel onderzoek plaats naar doorgroeibare bestrating, door Floris Boogaard van Deltares in samenwerking met de Hanze Hogeschool. Hij beaamt dat veel doorlatende verharding na 3-4 jaar dichtslaat. Maar hij is hoopvoller over doorgroeibare bestrating zoals grasstenen. Het werkt vaak minder goed bij intensief verkeer en/of parkeren, of bij slechte vegetatie condities zoals weinig zon. Maar als het gras groeit, dan blijft de infiltratie doorgaans werken. Het helpt om de gewassen lager in te zetten of te kijken naar een andere gewaskeuze. In Heemskerk wordt nu geëxperimenteerd met sedum in plaats van gras.

Doorgroeibare verharding met sedum in Heemskerk

Op deze kaart zijn 200-500 locaties met foto’s te vinden waar grasstenen zijn toegepast. En hieronder zie je enkele voorbeelden van doorlatende verharding (links) en doorgroeibare verharding (rechts) in Nederland.

Realiseer je dat we qua klimaatadaptatie in een transitiefase zitten, met onzekerheden voor het beheer. Probeer in goed overleg met de dienst Beheer naar referentieprojecten te kijken. Neem hen bijvoorbeeld mee op werkbezoek.

Grasstenen toepassen
Betekent dit dat we de toepassing van grasstenen moeten opschorten tot het onderzoek is afgerond en de resultaten in de Handboeken zijn verwerkt? Nee, zeker niet. Doorgroeibare verhardingen zijn al toegepast in heel Nederland en ze zijn in opkomst in bijvoorbeeld het centrum van drukke steden (Amsterdam resp. Antwerpen, zie foto’s). Maar realiseer je dat we qua klimaatadaptatie in een transitiefase zitten, met onzekerheden voor het beheer. Probeer in goed overleg met de dienst Beheer naar referentieprojecten te kijken. Neem hen bijvoorbeeld mee op werkbezoek naar één van de 500 voorbeeldprojecten bij jou in de buurt, om met elkaar te bespreken hoe dit ook in jouw project kan worden toegepast. En kijk vooral ook waar je bestrating helemáál weg kunt laten. Dat levert het meeste op, ook wat klimaatadaptie en natuur betreft.

Reageren op dit artikel kan op LinkedIn

Heb je aanvullingen, correcties, vragen? Laat het weten via cb@kanbouwen.nl


Lees meer over (het verschil tussen) waterdoorlatende, waterpasserende en doorgroeibare verhardingsmaterialen en halfverhardingen.

Onderzoeken naar doorgroeibare verharding:
1. Daan Rooze, Floris Boogaard, Reinder Brolsma, Waterpasserende en doorgroeibare verharding, Deltares, februari 2021
2. Onderzoek Groenblauwe oplossingen en risico’s en eerste resultaten in nieuwsbrief

Onderzoeken naar waterdoorlatende verharding:
1. Project De Infiltrerende Stad eindresultaten met o.a. Infiltrerende verharding in de praktijk (mw. Ted Veldkamp, Hogeschool van Amsterdam en Frank de Groot, 13 oktober 2022 via GWWtotaal).
2. Wetenschappelijke publicatie over waterdoorlatende verharding in Nederland: Boogaard, F.; Lucke, T. Long-Term Infiltration Performance Evaluation of Dutch Permeable Pavements Using the Full-Scale Infiltration Method.

Beeld: Nanda Sluijsmans, Thomas Klomp, Floris Boogaard