Slim verstedelijken in de praktijk - KAN bouwen

Slim verstedelijken in de praktijk

Dit artikel verscheen eerder op stadszaken.nl

Onderzoek van Ecorys liet eind augustus 2021 al zien dat slim en binnenstedelijk bouwen niet alleen leidt tot een leefbaardere stad, maar ook financieel de beste keuze is. Daarmee is de waarom-vraag beantwoord. Maar zijn de inzichten inmiddels geland en komt dit op tijd voor de aanstaande woningbouwplannen?

‘Ja’, is het antwoord van Wim Willems, voorzitter van de bestuurlijke themagroep Smart Cities G40. Het rapport van onderzoeksbureau Ecorys, opgesteld in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, helpt steden bij de huidige en toekomstige verstedelijkingsopgave. Voor de één miljoen benodigde extra woningen en bijhorende infrastructuur zijn slimme keuzes nodig. Veel van die plannen moeten nog worden uitgevoerd.

‘Het rapport van Ecorys is bij de G40 bekend. Steden hebben met dezelfde opgaven te maken en helpen elkaar onderling met het zoeken naar de slimme oplossingen die de stad leefbaar maken’, zegt Willems. De inzichten uit het rapport over slim verstedelijken geven volgens de voorzitter aan dat kiezen voor die slimme oplossingen niet alleen behulpzaam, maar ook noodzakelijk is.

Zo zijn veel steden uit de G40 bezig met het aanpakken van hun spoorzone. Om deze locaties bereikbaar te houden, wordt gekeken naar de inzet van mobiliteitshubs door de stad. Deze moeten nieuwbouwprojecten goed ontsluiten door op knooppunten duurzame mobiliteit aan te bieden. Die voorzien relatief veel reizigers, met een kleine ruimtevraag. innemen. Zo blijft er meer ruimte over voor groenvoorzieningen en andere invullingen van de openbare ruimte.

Tijdig anticiperen
‘Het rapport helpt bij alles wat we nu nog moeten ontwikkelen. Dan hebben we het over ongelofelijk veel projecten. Maar steden uit de G40 weten ook: niet alles in het rapport kan tegelijkertijd’, aldus Willems. Anticiperen op de inzichten over slim verstedelijken kost veel tijd en niet alle verstedelijkingsprojecten kunnen makkelijk worden bijgestuurd.

Willems noemt daarbij de Woningbouwimpuls, een regeling waarmee gemeenten een bijdrage kunnen ontvangen voor grote woningbouwprojecten. ‘Na het ontvangen van een WBI moet er binnen drie jaar een schop in de grond. Dat maakt het soms moeilijk om slimme oplossingen toe te voegen.’

Huidige regelgeving en financieringsmodellen zijn een spanningsveld als steden slimme innovaties aan hun projecten willen toevoegen. Willems: ‘Als je het hebt over nieuwe vormen van mobiliteit en woningbouw met nieuwe energiesystemen, loop je al snel tegen regelgeving aan die aanstuurt op binnen de lijntjes kleuren.’ Steden die bijvoorbeeld de parkeernormen willen omlaag willen brengen voor een autoluwere binnenstad, lopen tegen regelgeving aan. Zo ook ontwikkelaars van woningbouwprojecten met nieuwe energiesystemen.

Anticiperen kost tijd
Ook in de bouwketen is het aandeel van partijen dat klaar staat om slim te verstedelijken nog erg laag, volgens Shahid Talib, directeur van Heijmans Smart City. ‘Het staat nog erg in de kinderschoenen. Op kleine schaal wordt wel geleerd, maar een integrale benadering bij verstedelijking is er haast niet.’

Net als Willems ziet Talib hoeveel tijd het kost om de inzichten uit het Ecorys-rapport in de praktijk toe te passen. ‘De partijen beschikken over losstaande kennis, maar ze vinden het nog moeilijk om met elkaar aan tafel te zitten om uiteindelijk tot een project te komen waarin slim verstedelijken in alle facetten terugkomt’, zegt Talib. Het gaat daarbij om een gedragsverandering, zegt hij. En niet alleen bij bewoners die nog graag over twee auto’s beschikken of koken op gas: veel ontwikkelaars nemen die behoeften vaak ook nog mee in hun ontwerp, zonder na te denken over wat voor leefomgeving dit oplevert.

Iets vergelijkbaars speelde rondom duurzaamheid. Talib herinnert zich hoe de verduurzaming van steden begon met het uitspreken van verwachtingen en behoeften. ‘Daarop stelden het Rijk en gemeenten regelgeving op om zowel duidelijkheid te geven als ruimte te geven aan nieuwe vormen van energie. Stel dat de overheid dit niet had gedaan, dan zouden we niet zijn waar we nu staan.’ Ook voor innovaties in mobiliteit, woningbouw en technologische toepassingen, is samenwerking met het Rijk hard nodig, vindt Talib. Deze factoren leiden volgens het Ecorys-rapport samen tot slimme verstedelijking met de hoogste baten.

Inzichten combineren
Volgens Willems zijn de landelijke departementen van het Rijk welwillend om hun rol hierin op te pakken. Door het laten uitvoeren van het Ecorys-rapport, laten zij zien de meerwaarde van slimme verstedelijking te erkennen. ‘De ministeries van IenW en BZK helpen de G40 en andere grotere steden mee om slim verstedelijken zo makkelijk mogelijk te maken. Onder andere door mee te denken bij de aanvragen voor een WBI.’

Tegelijkertijd zien Willems en Talib hoe zowel gemeenten als gebiedsontwikkelaars proberen zelf te pionieren. Zij halen inspiratie uit het Brainport Smart District, de innovatieve wijk in Helmond en de geplande groene wijk die wordt gebouwd op terrein van de Floriade Expo 2022. ‘De G40 gemeenten combineren alles wat wij leren uit dit soort projecten, om het toe te passen in geplande verstedelijkingsprojecten’, zegt Willems.

Ook Heijmans werkt volgens deze formule, door gebiedsontwikkelingen te realiseren die volgens de ontwikkelaar voldoen aan de gezonde leefomgeving. ‘Wij kijken vanuit maatschappelijke behoeftes wat bewoners zoeken in hun woon- en leefomgeving. Zaken als veiligheid, gezondheid en sociale interactie met buurtbewoners’, legt Talib uit. Dit doet Heijmans in de Maanwijk in Leusden, waarbij in het bijzonder aandacht wordt geschonken aan sociale verbinding, en Park Vijfsluizen in Vlaardingen, een wijk waarin gezondheid wordt gemonitord door de luchtkwaliteit en biodiversiteit te meten.

‘Door onze projecten ook na oplevering te blijven volgen, leren we hoe slim verstedelijken het beste werkt en kunnen we onze diensten blijven aanpassen aan hoe mensen willen wonen’, zegt Talib. Dit werkt volgens hem zowel binnen- als buitenstedelijk, zoals ook in het Ecorys-rapport omschreven staat. En juist door in de praktijk toe te passen, groeit de draagvlak voor slimme gebiedsontwikkeling. ‘Er zijn genoeg criticasters die meer nodig hebben dan een rapport om zich te laten overtuigen. Door te laten zien welke baten het oplevert, wordt slim verstedelijken de nieuwe norm.’

Slim verstedelijken wordt door zowel het Rijk als grote en pionierende partijen met beide handen aangepakt. Op tijd, volgens Willems en Talib, om regelgeving aan te passen aan de innovaties die leiden tot slimme verstedelijking.