De Nieuwe Tuinderij in de Beemster: wonen in UNESCO Werelderfgoed - KAN bouwen

De Nieuwe Tuinderij in de Beemster: wonen in UNESCO Werelderfgoed

Verslag van de KAN excursie naar De Nieuwe Tuinderij op 2 september – door Anton Coops

Begin september organiseerden het KAN Platform en De Beemster Compagnie een excursie naar de gebiedsontwikkeling De Nieuwe Tuinderij in Zuidoostbeemster. Er waren veel direct betrokkenen op deze middag afgekomen, waardoor het een leuke en leerzame excursie werd.

In het bureau van De Beemster Compagnie, in hartje Middenbeemster, worden we ontvangen door omgevingsmanager Natasja Hooijer, gebiedseconoom Coen Kuijpers en ontwikkelingsmanager Martijn Hemmer. De Beemster Compagnie is een 50/50 samenwerkingsverband tussen de gemeente Purmerend en BPD Gebiedsontwikkeling, dat aan twee nieuwbouwprojecten werkt: De Nieuwe Tuinderij en De Keyser. In De Nieuwe Tuinderij zijn bijna 550 woningen gerealiseerd, verdeeld over een westelijke en een oostelijke buurt.

Martijn Hemmer neemt de algemene introductie voor zijn rekening. Hij is sinds 2013 bij het project betrokken en verantwoordelijk voor De Beemster Compagnie. Martijn schetst de lange geschiedenis, met als mijlpalen onder andere ‘de crisis’ en het overgaan van de gemeente Beemster in de gemeente Purmerend. “Als straks het laatste stukje groen is overgedragen, zijn we zo’n 20 jaar verder.”

Martijn: “Rond 2017 zijn de laatste grondposities aangekocht. Het verwerven van de percelen ging niet altijd even soepel, maar uiteindelijk zijn we daar toch steeds goed uitgekomen. Daarnaast zorgden wij hier voor het maken van stedenbouwkundige plannen, het doorlopen van ruimtelijke procedures, en uiteindelijk het opleveren van bouwrijpe kavels. Binnen de Beemster Compagnie draaien wij de GREX, de opstallen werden gerealiseerd door andere partijen. We zitten nu echt in de laatste fase van het project, alleen de school in het deelplan De Keyser moet nog gerealiseerd worden.”
 
“Gemeente Beemster was destijds een typische koopgemeente. We zijn dus begonnen met 100% koop. Dat kun je je nu niet meer voorstellen. Uiteindelijk is er ook huur in het plan gekomen, gewoonweg omdat daar de financiële ruimte voor kwam.”

Sociale woningbouw

Bomen inpassen
Martijn: “Duurzaamheid en klimaatadaptatie speelden aan het begin van het project al wel een rol, maar toch vooral omdat we middenin een stuk UNESCO Werelderfgoed aan de slag gingen. Rond 2014 gingen wij er nog vanuit dat alle bomen in het gebied gekapt zouden worden. Pas in tweede instantie hebben we goed gekeken welke bomen gezond genoeg waren om te behouden. Die bomen zijn nu heel mooi in het plan ingepast, maar tien jaar geleden werd daar in de sector nog heel anders tegenaan gekeken.”

Die laatste opmerking van Martijn leidt meteen tot een brede discussie over de vraag hoeveel er nou echt is veranderd in de afgelopen tien jaar. Grofweg is de conclusie: als het besluit valt om ergens een warmtenet aan te leggen, dan wint het warmtenet het vrijwel zeker van de bomen – tenzij die bomen al in een vroeg stadium ‘muurvast’ zijn ingetekend.

Coen Kuijpers vindt desalniettemin dat er veel is veranderd op het gebied van klimaatadaptatie en natuurinclusiviteit in de afgelopen 15 jaar. “In dit project is ongeveer 55% van de grond uitgeefbaar, en 45% openbare ruimte. De hoeveelheid uitgeefbaar was vroeger echt een sturingsmiddel. Maar als je nu klimaatadaptief wil zijn, mét een hoogwaardige groene omgeving, en je voldoet ook nog eens aan de parkeernorm, dan doe je het in mijn ogen heel goed als je uitkomt op 40% uitgeefbaar.”

Speeltuin, en rechts bestaande bomen

“Dus waar je vroeger voortuinen maakte van vier meter diep, zie je nu eerder de Delftse stoepjes van een meter. Achtertuinen worden ook kleiner. Dat past in de trend van de ‘onderhoudsvriendelijke’ tuin die bestaat uit een terras en een kleine tuin met een plantenbak en ruimte voor de barbecue.”

Dan verschuift de discussie naar de rol van beheer. Martijn constateert dat er tegenwoordig weliswaar een groter areaal is voor groen, met een meer diverse beplanting, maar dat de beheerders hier niet altijd mee uit de voeten kunnen. Enerzijds zijn ze blij met meer groen, anderzijds zitten ze met een tekort aan personeel, en houden ze zich bij voorkeur aan hun handboek. In De Nieuwe Tuinderij is her en der onderbeplanting verwijderd door de beheerders, en ook bij de slootkanten is stevig ingegrepen. (Na de rondleiding krijgt deze discussie over de rol van beheer een vervolg…)     

Inpassen in water en bodem
Bureau SVP was verantwoordelijk voor de ruimtelijke visie, het stedenbouwkundig plan, het beeldkwaliteitsplan en het inrichtingsplan. Paul van Kerkoerle geeft namens SVP een korte toelichting bij het ontwerp, dat is gebaseerd op de verkaveling van ruim 400 jaar geleden. Daardoor is de nieuwe wijk – weliswaar met wat passen en meten – stevig verankerd in het bestaande landschap. Halverwege de historische linten Noorderpad en Zuiderpad heeft SVP een nieuw lint ontworpen; de Drie Merenweg. De vrije kavels aan deze weg zijn ontsloten via een reeks individuele bruggetjes over de sloot, wat een heel fraai, karakteristiek Zaans beeld oplevert.

Bedenk overigens dat we het hebben over een gebied met zo’n 60 verschillende peilvakken, waarin de waterstand steeds 10 tot 25 centimeter verschilt. Een factor waar je goed rekening mee moet houden. Water en bodem waren dus sturend bij deze ontwikkeling, lang voordat dit principe werd omarmd door het kabinet Rutte IV.

Dan gaat Paul van Kerkoerle even terug in de historie, om aan te geven hoe dit landschap 400 jaar geleden door de Hollanders beleefd werd: het had destijds zo ongeveer de status van ‘wereldwonder’.

Werelderfgoed: een stukje geschiedenis
Begin 17e eeuw werd de Beemster drooggemalen. De strakke, symmetrische verkaveling van toen is nu nog zichtbaar in het landschap en vormt zoals gezegd de basis voor het stedenbouwkundig ontwerp.

De ruimtelijke idealen van de 17e eeuw stonden in zekere zin haaks op het natuurinclusieve gedachtegoed van nu. Destijds was het idee dat de wilde natuur moest worden getemd. Oer-chaos moest plaats maken voor moderne rechte lijnen en ‘harmonische’ proporties. De investeerders die ruim 400 jaar geleden de drooglegging financierden, stuurden niet alleen op economische rentabiliteit. Ze zagen de polder ook een beetje als een aards paradijs, geïnspireerd op de Bijbelse Tuin van Eden. De dichter Joost van den Vondel vergeleek in zijn lofzang de geboorte van de Beemster – iets minder Bijbelvast – met de geboorte van de godin Venus, uit het schuim van de golven. Ook hij zag een Hollandse lusthof voor zich, een symbool van een paradijselijke en mythische ‘Gouden Tijd’.

In hedendaags jargon kun je stellen dat er in de Beemster 400 jaar geleden aan de voorkant veel oog was voor de ruimtelijke kwaliteit, en dat urban rewilding nog heel ver weg was.

Rondleiding
Na de inleiding in het bureau van de Beemster Compagnie is het tijd voor een rondleiding door De Nieuwe Tuinderij. Het weer is schitterend, en het wordt een aangename wandeling. De eerste stop is het Middenpad, gekenmerkt door de vele bruggetjes, het groen en de weidse blik. Even later komen we langs een gedeelte waar veel jonge fruitbomen zijn aangeplant. Daar zit een verhaal achter.

Fruitbomen

Zoals gezegd: veel aanwezige bomen zijn in het plan ingepast, voor zover ze gezond waren. Daarnaast is er is ook een veld met oude fruitbomen, waar De Beemster Compagnie activiteiten probeerde te organiseren voor de bewoners. Hier was echter weinig animo voor. Daarentegen is er wél een club van deskundige vrijwilligers in Middenbeemster, de Pomologische Vereniging Noord Holland die heeft geholpen met advies én met onderhoud.

Natasja Hooijer: “We hadden een perceel aangekocht waar twee oude pruimenbomen stonden. Die hebben we kunnen verplaatsen, met hulp van de pomologen. En deze vrijwilligers hebben ons ook geadviseerd bij de keuze van soorten die van oudsher bij de streek horen. Bij de aanplant van jonge bomen ligt het accent op fruitbomen, omdat dit vroeger een tuindersgebied was. Voor alle vrije kavels hebben we ook gratis fruitbomen beschikbaar gesteld. De bewoners konden kiezen uit een peer, een appel of een pruimenboom voor in de voortuin.”

Waterpeil en klimaatadaptatie
Het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier beschikt over een modern, fijnmazig systeem om het waterpeil in de Beemster nauwkeurig te beheren. Gebiedsbeheerder Sjaak Koning kan met zijn laptop het peil van acht peilvakken, en van de twee gemalen in de Beemster, precies op het gewenste niveau houden. De andere peilvakken worden ter plaatse gecontroleerd en beheerd via overstorten. Ook in de herfst, tijdens flinke hoosbuien, werkt dat uitstekend.

Een punt van aandacht voor Sjaak is het onderhoud van de duikers op de percelen van de particulieren. “Eens in de acht jaar spuiten we alle duikers door, maar in de tussentijd moeten particulieren ook wel eens iets aan onderhoud doen. En als je dan als bewoner op vrijdagmiddag met je tuinslangetje aan de gang gaat, dan schiet dat niet op. Ik adviseer meestal om contact op te nemen met de loonwerker om de hoek, want die heeft hiervoor de juiste machine. Dan is het in een paar seconden gebeurd.”

Nogmaals: groenbeheer
Helaas is er namens de gemeente niemand aanwezig om mee te discussiëren over de manier waarop het gebied beheerd wordt. Toch wil Claudia Bouwens (Programmaleider KAN Platform) daar na de wandeling nog even op terugkomen.

Claudia: “Als beleidsambtenaren en als ontwikkelaars wil je graag iets nieuws gaan doen, en dan zie je dat er enerzijds bij de gemeente weinig financiële ruimte is voor beheer, en anderzijds dat de aanpak van de beheerafdeling vaak nog traditioneel is. Wat zijn jullie ervaringen daarmee?”

Coen: “Qua onderhoudbaarheid staan ontwerp en beheer vaak op gespannen voet met elkaar. Als wij bijvoorbeeld een clustertje bomen willen, dat dicht op een ander groen element staat, dan zegt de beheerder: ik moet er doorheen kunnen met de maaimachine, en dat is minimaal 2,5 meter. Een bosmaaier betekent mankracht, dus meer kosten. Je ziet heel langzaam een kentering ontstaan, maar ik merk in veel gemeentes dat de meest seniore beheerder openbare ruimte degene is die het echt voor het zeggen heeft. Als die nee zegt, dan is het nee.”

Natuurlijk zijn er ook tegenvoorbeelden. Gemeentes waar vroegtijdig met beheer wordt overlegd, en met resultaat. Het is vooral een kwestie van goed naar elkaar luisteren, geven en nemen en samen de grenzen opzoeken van wat er mogelijk is.

Martijn: “Dat hebben we hier ook gedaan. Sterker nog, dat hebben we meerdere malen gedaan vanwege de lange doorlooptijden. Maar wat je helaas ziet is dat er ook veel wisselingen van personeel plaatsvinden. Bovendien hebben we hier een gemeentelijke fusie gehad. Ik vind zelf dat de wisselingen in de afgelopen vijf jaar zo snel zijn gegaan, dat het nauwelijks nog bij te benen is. De gemeente Purmerend worstelt hier ook mee. De ene beheerder zegt: ik neem dat deel niet over, terwijl de ander het wél overneemt. Het is deels dus ook afhankelijk van de persoon.”

Natasja: “De bomenbeheerder van de gemeente is vol lof over wat we hier hebben gerealiseerd, maar de groenbeheerders voelen zich – in mijn beleving – minder verantwoordelijk. Ze zijn nooit betrokken bij de plannen. Maar ja, als jij pas een paar maanden bij de gemeente werkt, is dat natuurlijk onvermijdelijk.”

Coen: “Wat ook nog wel eens lastig is: sommige beheerders zijn niet gewend om vroegtijdig bij een plan te worden betrokken. Dus als je dan aankomt met een beeldkwaliteitsboek, voordat je daadwerkelijk gaat tekenen, kan dat leiden tot onduidelijkheden tijdens het gesprek. Maar stel dat je wél een heel goed gesprek hebt, en je komt tot afspraken, dan ben je toch vaak een jaar of zeven verder voordat die afspraken actueel worden, en wie weet wat er dan in de tussentijd gebeurt.”

Conclusie
Beheer blijft een lastig onderwerp. Eén conclusie van deze discussie lijkt te zijn dat het deels gaat om politieke besluitvorming: stevige groene ambities aan de voorkant zijn mooi, maar als je geen budget vrijmaakt voor goed, passend beheer kom je op termijn in de problemen. Een (deel)oplossing voor personeelsverloop is dat je afspraken goed vastlegt. Maar uiteindelijk is het deels ook een subjectieve kwestie, omdat het persoonlijke oordeel van degene die een gebied in beheer moet nemen, relatief zwaar lijkt mee te wegen. Het KAN Platform zal de beheer-kwestie blijven agenderen.

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.