Van duurzaam ‘moeten’ naar duurzaam ‘willen’
Volgens de EU-richtlijn CSRD zijn grote beursgenoteerde bedrijven sinds 2024 verplicht om jaarlijks te rapporteren over hun impact op mens en milieu. Deze rapportage moet de bedrijven helpen om een beter inzicht te krijgen in hun duurzaamheidsrisico’s en effecten. Zo kunnen ze hun negatieve invloed op het milieu verminderen. Een nobel streven, maar het is, zoals veel bij Europese regelgeving nogal ingewikkeld en tijdrovend.
Robert Koolen, directeur duurzame ontwikkeling en al 20 jaar werkzaam bij Heijmans, legt uit hoe de beursgenoteerde bouwonderneming daarmee omgaat en hij geeft in het maandelijkse KAN Café een kijkje in de keuken.
De lessen van Robert Koolen
- Leg duurzaamheid in de bedrijfsstrategie vast. Dan is (verslaglegging over) duurzaamheid geen ‘moeten’ maar ‘willen’.
- CSRD kan de hele bouwketen tot meer duurzaamheid bewegen.
- Banken, beleggers en stakeholders gaan steeds meer letten op transparante rapportage op gebied van duurzaamheid.
- Een duurzame onderneming is aantrekkelijk voor jong personeel.
- Kijk ook naar indirecte effecten: je kunt een woning wel met een elektrisch machinepark hebben gebouwd, maar als de woning niet klimaatneutraal is, heeft dat effect op de totale duurzaamheidsscore.
- Als het duurzaamheidsverslag (als onderdeel van het bestuursverslag) niet deugt, wordt de integrale jaarrekening niet goedgekeurd door de accountant.
In de studio van het KAN-platform is naast de gast van vanmiddag ook Claudia Bouwens, programmaleider van het KAN-platform, weer present bij KAN-cafébaas Coen van Rooyen, in het dagelijks leven directeur van WoningBouwersNL. Claudia Bouwens’ natuurmoment van de maand was niet positief. ‘Ik heb van alles gezaaid en de tuin is op zijn mooist, maar de naaktslakken hebben vrijwel alle zaailingen opgegeten. Om van de slakken af te komen gooi ik ze op het dak voor de vogels.’
Robert Koolen noemt een wandeling met zijn dochter op het Pieterpad in de Limburgse beekdalen zijn hoogtepunt. ‘Prachtig’, zegt Koolen. Hij is al sinds 2019 betrokken bij de Europese plannen rond transparantie in duurzaamheidsrapportage, die uiteindelijk hebben geleid tot de Corporate Sustainability Reporting Directive, beter bekend als CSRD. Deze richtlijn is een uitwerking van de Green Deal en moet financiële stromen verschuiven van fossiele naar duurzame investeringen en subsidies. ‘Banken, beleggers en bedrijven willen daaraan best meedoen, maar dan wel onder de voorwaarde dat ze later niet van greenwashing worden beticht. Hun als donkergroen geclaimde initiatieven moeten later niet als lichtgroen of nog bleker worden betiteld. Een voorwaarde is daarom dat bedrijven op transparante wijze berichten over de impact van hun ondernemen, de risico’s en de kansen’, aldus Koolen. Dat regelt de CSRD en de daarmee samenhangende wetgeving van de ‘EU Taxonomie’.

Nederland loopt achter met implementatie CSRD
Nederland had de CSRD uiterlijk in juli 2024 in nationale wetgeving moeten omzetten, maar loopt daarmee behoorlijk achter. ‘Brussel’ heeft inmiddels een aanmaning gestuurd. Tegelijkertijd heeft de Europese Commissie in februari de zogeheten Omnibus-regeling aangekondigd, een voorstel om bepaalde verplichtingen onder de CSRD te vereenvoudigen en de rapportageverplichting voor een deel van de bedrijven met twee jaar uit te stellen. Door deze onzekerheden en vertragingen zijn naar schatting zo’n 150 van de 3000 betrokken Nederlandse bedrijven actief bezig met de duurzaamheidsverslaggeving. ‘En op dit moment is het in Nederland nóg niet wettelijk geregeld’, aldus Koolen. ‘Er is de laatste jaren veel weerstand gekomen van Europese bedrijven in de chemie en auto-industrie omdat de regeling te ver zou gaan en teveel geld kost. We wachten nu op de uitwerking van de Omnibusregeling. Die ontslaat in de huidige voorstellen onder meer de kleinere bedrijven (omzet minder dan 50 miljoen euro of een balanstotaal van minder dan 25 miljoen euro en minder dan duizend werknemers) van duurzaamheidsverslaggeving.’

Duurzaamheid in je bedrijfsstrategie
Heijmans gaat er stevig mee door, betoogt Koolen. Het bouwbedrijf maakt al sinds 2008 een duurzaamheidsverslag. Sinds 2012 is er ook een accountantscontrole op het niet-financiële gedeelte. Robert Koolen gelooft namelijk dat de CSRD een goede manier is om de hele keten van toeleveranciers en afnemers, van partners en aandeelhouders tot een meer duurzame bedrijfsvoering te stimuleren. ‘Het belangrijkste daarbij is dat je duurzaamheid in je bedrijfsstrategie vastlegt. Daarbij moet je ook beleid maken, doelen stellen en acties ondernemen’, zegt hij. ‘Dat maakt de verslaglegging overigens ook wat makkelijker. Dan ‘moet’ je geen duurzaamheidsverslag maken, maar dan ‘wil’ je het.’ Koolen signaleert dat banken en beleggers al veel meer een onderneming beoordelen op haar duurzaamheid. ‘Als je aantoonbaar duurzamer opereert, krijg je bijvoorbeeld een lagere rente op leningen.’ Maar om zelf transparant te kunnen zijn hebben we wel de duurzaamheidsgegevens van toeleveranciers nodig, constateert Koolen.

CSRD gaat over drie thema’s. Naast milieu (zoals CO2-emissies, afval, water, biodiversiteit) liggen ook sociale zaken onder de loep zoals het betalen van CAO-loon aan werknemers, veiligheid, verzuimpercentages en algemene mensenrechten. Ook goed bestuur is een thema, zoals bedrijfscultuur, corruptie en een adequate meldingsstructuur daarvoor. Samengevat worden ze ESG-thema’s (environment, social, governance) genoemd, die zijn verdeeld in subthema’s, waar aantoonbaar, op ‘kritische prestatiefactoren’ wordt gemonitord. Koolen: ‘Daarbij moeten niet alleen de kansen maar ook de risico’s worden geïnventariseerd. Een kans is bijvoorbeeld dat wij werken aan dijkverhoging en aan duurzame woningen, maar het risico is dat we door de klimaatverandering een probleem krijgen met de aanvoer van grondstoffen doordat de waterstand in de rivieren lager is. Dat allemaal transparant nagaan en beoordelen, is echt heel veel werk.’
Een kans is bijvoorbeeld dat wij werken aan dijkverhoging en aan duurzame woningen, maar het risico is dat we door de klimaatverandering een probleem krijgen met de aanvoer van grondstoffen doordat de waterstand in de rivieren lager is.
Want die keten is voor bouwbedrijven best ingewikkeld. Er zijn ook indirecte effecten, zowel aan de toeleverende kant (upstream) als in wat je hebt geproduceerd (downstream). ‘De woningen die wij maken, produceren soms nog CO2.’ Dan kun je wel het hele machinepark elektrisch hebben gemaakt, maar dan heb je nog steeds een resterende CO2-footprint. En de bakstenen die Heijmans koopt, kosten ook veel energie om te maken. Daar geeft het bedrijf zich rekenschap van. Al met al heeft Heijmans in het jaarverslag over 2024 over 525 datapunten moeten rapporteren.
Sneller inzicht
Robert Koolen denkt dat in de toekomst jaarverslagen CSRD-proof moeten zijn. ‘Als het duurzaamheidsverslag niet deugt, wordt ook de integrale jaarrekening niet goedgekeurd door de accountant. Wat ik positief vind, is dat de druk om onze duurzaamheidsadministratie op orde te krijgen ervoor zorgt dat we sneller inzicht krijgen in onderwerpen waar we nog iets te winnen hebben op gebied van duurzaamheid. Zo hebben we geleerd dat de indirecte effecten zoals de staat en de levensduur van de woning die we bouwen een grotere impact heeft dan we dachten.’
Hoewel het om complexe, tijdrovende en soms abstracte materie gaat, vindt de Heijmans-directeur het jammer dat veel bedrijven afwachten. ‘Wij gaan ook de komende twee jaar niet zitten wachten op de Omnibusregeling, we gaan gewoon door met de CSRD-rapportage.’
Wat moeten beginnende bedrijven doen?, vraagt Coen van Rooyen. ‘Maak duurzaamheid onderdeel van je strategie en beleid en zorg dat iedereen in de organisatie de noodzaak ervan ziet.’ Dat zal vruchten afwerpen. ‘Duurzaamheidsscores staan steeds prominenter op beursindexen met monitorende partijen zoals S&P en Sustainalytics.’ En er is nog een voordeel. ‘Jongere generaties werknemers vinden het aantrekkelijk om voor een duurzaam bedrijf te werken, dus je kunt relatief gemakkelijker personeel vinden.’
Jongere generaties werknemers vinden het aantrekkelijk om voor een duurzaam bedrijf te werken, dus je kunt relatief gemakkelijker personeel vinden.
Oproep: meer duurzaamheid in tenders
Ten slotte richt Robert Koolen zich tot het demissionaire kabinet: ‘Overheid, toon meer ambitie op gebied van duurzaamheid in tenders, want pas in de helft van de tenders weegt duurzaamheid mee. Wees niet bang voor meer duurzame wet- en regelgeving, want je dwingt de achterblijvers om mee te doen waardoor een level playing field ontstaat. Omarm het systeem van de CSRD als overheid en stimuleer ook organisaties zoals woningcorporaties om mee te doen.’
Het volgende KAN-café is er op donderdag 3 juli om 13.00 uur, met Tanja van der Knoop, oprichter en directeur van Blooming Buildings. Tanja’s motto: werken als tuinier, maar bewijzen dat daar voor opdrachtgevers geld mee te verdienen is.
Tekst: René Didde