Verblijfsvoorzieningen voor vogels en vleermuizen: infoblad en consultatie - KAN bouwen

Verblijfsvoorzieningen voor vogels en vleermuizen: infoblad en consultatie

Het ministerie van VRO heeft een infoblad gemaakt over verblijfsvoorzieningen voor ‘bouwwerkafhankelijke beschermde diersoorten’. De brochure bevat duidelijk geïllustreerde voorbeelden van bouwkundige aanpassingen voor de huisvesting van o.a. huismussen, gierzwaluwen en vleermuizen. Ook is er aandacht voor omgevingsfactoren zoals oriëntatie, voedsel en veiligheid.

Gebouwminnende diersoorten zijn afhankelijk van onze gebouwen voor hun schuil- en nestplekken. Oudere gebouwen hebben vaak kieren, naden en loze ruimten waarin dieren kunnen verblijven. Maar bij nieuwbouw is er veel meer aandacht voor afdichting. De spouw wordt geïsoleerd, en ook het aantal daken met pannen neemt af, met als gevolg minder schuil- en nestplekken.

Het infoblad Verblijfsvoorzieningen voor vogels en vleermuizen bij nieuwbouw – meer veilige plekken creëren voor beschermde dieren in de gebouwde omgeving geeft een overzicht van veel gebruikte praktische oplossingen. Een handig overzicht, ook met het oog op de regelgeving die – in stappen – verandert.

Internetconsultatie verblijfsvoorzieningen utiliteitsbouw
Eind november is er een internetconsultatie gestart over de wijziging van het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) die de eisen aan verblijfsvoorzieningen voor utiliteitsbouw regelt. Artikel 5.32d geeft aan om hoeveel voorzieningen het gaat, en er zijn aanvullende technische bepalingen over o.a. de positionering, invliegopening, regenwerendheid en grip. 

Artikel 5.32d (aanwezigheid)
1. Een bouwwerk heeft voor elke 110 m2 of een gedeelte daarvan aan verliesoppervlakte dichte gevel en dak ten minste een verblijfsvoorziening voor gierzwaluwen en ten minste een verblijfsvoorziening voor huismussen.
2. Een bouwwerk heeft een of meer verblijfsvoorzieningen met een totale hoeveelheid aan hangoppervlak voor vleermuizen van ten minste 2% van de verliesoppervlakte dichte gevel en dak, met een minimum van 1 m2.
3. De verliesoppervlakte dichte gevel en dak, bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt bepaald volgens NTA 8800.

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.