Wonen in en met de natuur op de Utrechtse Heuvelrug - KAN bouwen

Wonen in en met de natuur op de Utrechtse Heuvelrug

Dit artikel verscheen eerder op de website van de Provincie Utrecht.

De regio Utrecht kent een groot woningtekort. Niet alleen in steden maar ook in dorpen is nieuwbouw nodig, zodat jongeren er kunnen blijven wonen en de voorzieningen op peil blijven. Voor het programma Hart van de Heuvelrug worden nieuwe woningen gebouwd, met veel aandacht voor de natuur.

Hoe neem je de behoefte aan woningbouw in deze regio mee én zorg je dat deze past in het natuurgebied? Drie stedenbouwkundigen vertellen hoe ze dat aanpakken: natuurinclusief ontwikkelen.

De gemeente Soest, gemeente Zeist, het Utrechts Landschap en de provincie Utrecht werken samen in het programma Hart van de Heuvelrug. Doel van het programma is de versnippering van het groen in deze regio tegen te gaan en natuurgebieden weer aan elkaar te verbinden. Daarvoor leggen ze ecoducten aan en wordt de natuur weer met elkaar verbonden. Hierdoor is inmiddels een aaneengesloten natuurgebied van ruim 1000 voetbalvelden ontstaan. Deze investeringen in de natuur worden betaald door de ‘rode’ projecten (wonen, bedrijven en zorg).

Woonwijk Vliegbasis Soesterberg: wonen in en met de natuur
Paul Kersten, stedenbouwkundige en landschapsarchitect bij wUrck heeft met de vier programmapartners en inwoners het stedenbouwkundig plan gemaakt voor een nieuwe woonwijk. De wijk grenst aan het terrein van Park Vliegbasis Soesterberg. De start van de bouw is gepland in 2022. Hij vertelt: “Natuurinclusief bouwen in dit gebied is: wonen in en met de natuur. De woningen staan in de natuur en krijgen ook een natuurlijke functie. We maken geen harde grenzen, maar leggen wel een bufferzone aan tussen de woonwijk en weidegebieden van de voormalige vliegbasis zodat katten niet direct de natuur in lopen. Ook gaan we lager bouwen aan de kant waar de woonwijk grenst aan het terrein van Park Vliegbasis Soesterberg.”

Paul: “We zorgen voor nattere en drogere delen, passend bij dieren en planten in het gebied. Verder gebruiken we inheemse vegetatie zoals heide en planten we nieuwe naaldbomen. Bij de plannen houden we ook rekening met bouwmaterialen en eisen die aan woningen worden gesteld. Hierbij staat de natuur ook voorop. Er komt open bestrating, voorzien van groen, en er komen groene daken. Deze zijn goed voor de biodiversiteit en bieden voedsel voor vogels. Omdat nieuwe huizen geen kieren en scheuren hebben, zorgen we nu voor andere nestelgelegenheid voor vogels.”

Bouwen nabij de natuur levert bijna altijd spanning op

Hij vervolgt: “Bouwen nabij de natuur levert bijna altijd spanning op. Zo hebben we best wat vragen gekregen over het toevoegen van water aan het gebied. Maar bij de waterpartijen rondom het Nationaal Militair Museum zie je juist dat ook daar veel nieuwe natuur is ontstaan. Op die plek leven nu libellen en salamanders waar veel natuurliefhebbers ook blij mee zijn.”

Sortie 16: boskamers om een natuurlijk hart
Sortie 16 is een nieuwe locatie voor woningbouw in de gemeente Zeist, die grenst aan Soesterberg. De provincie Utrecht is eigenaar van het terrein. De komende jaren komen op Sortie 16 zo’n 150 tot 200 woningen, waarvan de meeste betaalbaar zullen zijn. Daarnaast komen er veel middeldure woningen.

Merel Bakker is partner en stedenbouwkundige bij BGSV, Bureau voor stedenbouw en landschap en heeft samen met Wolbert van Dijk de plannen uitgewerkt voor de gebiedsvisie Sortie 16. “Daarbij hebben we dankbaar gebruik gemaakt van de kennis van de mensen uit de omgeving en belangenverenigingen, maar ook van ecologisch veldonderzoek. Meestal gebeurt dat pas als je een bestemmingsplan opstelt, maar we vonden het hier zo belangrijk dat dat nu al is gedaan. Zo konden we, in een heel vroeg stadium, de plannen aanpassen op de diersoorten die er leven,” vertelt ze.

Midden in Sortie 16 ligt een open strook in het bos van ongeveer 30 tot 40 meter breed, die loopt van noord naar zuid. Dit is het natuurlijke hart van het plan en dat blijft behouden. Merel: “Het is een plek waar waardevolle bomen staan. De meeste dieren gaan hier doorheen richting Park Vliegbasis Soesterberg, onder andere de das, enkele roofvogels, de kommavlinder, de ringslag en de hazelworm. Woningen worden gebouwd in zogenaamde ‘boskamers’ aan de rand van het natuurlijk hart.”

We passen het stedenbouwkundig plan aan naar de wensen van de kwetsbare diersoorten

“Dilemma’s bij het bouwen in de natuur zijn dat dier en mens er samen moeten kunnen leven en dat het sociaal veilig moet zijn,” vertelt Merel. “Kinderen moeten er kunnen spelen en ook huisdieren moeten er kunnen wonen. Dat kan een conflict opleveren met de leefomgeving van de dassen. Daarom gaan we delen van het plan afsluiten voor mensen en honden. Hierdoor ontstaan rustige leefplekken voor dieren en looproutes naar Park Vliegbasis Soesterberg, waar ze hun voedsel vinden. Zo passen we het stedenbouwkundig plan aan naar de wensen van de kwetsbare diersoorten.”

“Daarnaast stellen we eisen aan de bebouwing: dit noemen we ‘natuurinclusief bouwen’. Er komen bijvoorbeeld groene daken. Omdat de woningen in een ‘kuil’ van acht meter diep liggen, ziet dit er ook nog eens mooi uit als je er van boven op kijkt. Én groene daken houden water vast. Ook staat bij het inrichtingsplan voor de openbare ruimte de natuur voorop. Straatverlichting is bijvoorbeeld een punt van aandacht. Die is nodig voor de sociale veiligheid en om de weg te vinden, maar we willen dat dieren, zoals vleermuizen, er zo weinig mogelijk last van hebben. We moeten dus goed kijken waar en hoe we de lampen plaatsen en naar de kleur van de verlichting.”

Oude Tempel: gezondheid mens en natuur
Verder zijn er plannen voor een nieuw bosrijk woongebied op Landgoed Oude Tempel in Soest. De historische lanenstructuur blijft daar zoveel mogelijk bestaan en er worden maximaal 300 nieuwe woningen omheen gebouwd. Karin van Essen, partner en landschapsarchitect bij MAAK space, werkt met inbreng van omwonenden en andere belanghebbenden aan een beeldkwaliteitsplan. Ze vertelt: “Natuurinclusief ontwikkelen betekent voor mij gezondheid voor mens en natuur de wijk in brengen. Zo willen we verbindingen vanuit de beukenlanen naar de omgeving maken. Dit is belangrijk voor toekomstige bewoners en omwonenden, omdat er zo een netwerk van voetpaden gekoppeld aan de lanen ontstaat dat stimuleert om naar buiten te gaan, te bewegen en elkaar te ontmoeten. Dat is cruciaal bij de ontwikkeling van een gezonde wijk.”

Natuurinclusief ontwikkelen is voor mij: gezondheid voor mens en natuur de wijk in brengen

Karin vervolgt: “De lanen zijn niet alleen belangrijk voor de mens, maar ook voor dieren en planten. Vooral vogels en vleermuizen gebruiken groene verbindingen om voedsel te zoeken en als veilige overbrugging als zij zich willen verplaatsen. Van elke boom uit de laan weten we welke soort het is, hoe groot en hoe oud hij is, hoe zijn conditie is en wat zijn toekomstperspectief is met en zonder woningen in de buurt. Zo kunnen we per boom de juiste afweging maken. Behoud is hierbij het sleutelwoord. In de bospercelen tussen de lanen, moet een deel van de bomen straks ruimte maken voor nieuwe woningen. Dat biedt ook kansen voor de toekomst van het bos. We proberen waardevolle en gezonde grote bomen te behouden en jonge boompjes de ruimte te geven om uit te groeien. En we planten meer soorten nieuwe bomen, waarvan een deel ook goed tegen droogte kan. Met deze maatregelen proberen we de wijk ook toekomstbestendig en bestand tegen klimaatverandering te maken.”