Ecologen verrijken je gebiedsontwikkeling - KAN bouwen

Ecologen verrijken je gebiedsontwikkeling

Verslag van de sessie met Vincent Nederpel (Senior adviseur ecologie Heijmans) en Olga van den Pol (Adviseur ecologie en biodiversiteit Arcadis) tijdens de KAN Platformbijeenkomst op 31 mei – door Anton Coops

Er waren maar liefst acht ecologen aanwezig tijdens de KAN platformbijeenkomst op 31 mei. Ongetwijfeld een record. De sessie met Vincent Nederpel en Olga van den Pol ging over de bijdrage die een ecoloog kan leveren aan een project of gebiedsontwikkeling. Verder was het vooral een open discussie over de waarde van een groene omgeving.

Sessieleider Helen Visser opent met een algemene vraag: wordt er al voldoende rekening gehouden met klimaatadaptatie en biodiversiteit bij aanbestedingen? Olga van den Pol ziet wel dat de thema’s worden genoemd maar “ze staan meestal een beetje onderaan. Er komen af en toe projecten voorbij die écht groen zijn, maar meestal zie je dat er snel een groen laagje overheen is gesmeerd.” Vincent Nederpel ziet dat ‘groenblauw’ weliswaar in opkomst is, maar zelden in de vorm van harde eisen en dat is wat hem betreft nog niet goed genoeg. Hij wijt dit onder andere aan teveel focus op de korte termijn. Een ander aspect dat meespeelt is het verschil in aanpak tussen de grotere gemeenten, zoals Amsterdam, en kleine gemeenten, waar veel minder gestuurd wordt op klimaat en ecologie. “Er zijn zelfs gemeenten die hier nog nooit aan hebben gesnuffeld,” weet Nederpel. Volgens Olga van den Pol is het niet zo dat de kleinere gemeenten niet willen, maar dat ze niet goed weten wat een goede eerste stap is.

Rottend fruit
Eén van de deelnemers schetst de problemen waar hij tegenaan loopt bij de afdeling Beheer van een gemeente. Het betreft een verbod op het planten van fruitbomen, omdat dit volgens de gemeente klachten en overlast gaat opleveren vanwege rottend fruit op straat en het aantrekken van wespen. Vincent Nederpel legt zich daar niet zonder meer bij neer. “Ik denk dat het aan ons is om af en toe tegen een gemeente te zeggen: en nou is het genoeg, we gaan het gewoon doen. Anders blijven we met elkaar in hetzelfde cirkeltje lopen. Ik ga zelf vanaf een heel vroege fase in gesprek met de afdeling Beheer met de boodschap ‘dit gaan we doen’ en dan vraag ik of het bekende materie is, of ze er wel eens over hebben nagedacht, of ze beren op de weg zien en of we dat dan eens kunnen bespreken. Ik praat dan niet alleen met degene die op de maaier zit, maar ook met de financieel verantwoordelijke.” Olga van den Pol vult aan: “Vraag ook om duidelijkheid over eventuele extra beheerskosten, want dan kun je daar rekening mee houden”.

Het thema Groenbeheer is duidelijk een rode draad, die in veel sessies en gesprekken terugkomt. Helen Visser kondigt aan dat het KAN Platform, als vervolg op dit artikel over doorwortelbare verharding, hierover een factsheet gaat maken met en voor gemeenten en ontwikkelaars.

Naar een nieuw proces
Olga van den Pol denkt dat veel gemeenten wachten op richtlijnen van bovenaf. Ze ‘willen wel’ maar omdat ze niet goed weten wat ze met natuurinclusiviteit aan moeten blijft het onderwerp liggen. “Als gemeenten kaders krijgen helpt dat om echt aan de slag te gaan.” Vincent Nederpel weet dat die er binnenkort gaan komen: “de politiek is ermee bezig, de concepten liggen er”. Hij is positief over deze ontwikkeling en denkt niet dat het een “gedrocht van een lijst” gaat worden, waar één van de deelnemers voor vreest. Het belangrijkste is dat er ‘iets’ gebeurt: “Alle verandermanagement begint met een statement dat inhoudelijk misschien niet veel voorstelt, maar procesmatig opeens de gevestigde orde opschudt. Het is misschien niet ideaal, maar laat het gewoon gebeuren, dan hebben we in ieder geval een nieuw proces”, vindt Nederpel. Hij geeft het voorbeeld van architecten die flinke invloed hebben op een ontwikkeling en zich beroepen op wat ze “mooi” vinden, ook als het gaat om natuur. “Die discussies heb je niet meer als er richtlijnen zijn.”

Sessieleider Helen Visser (Bouwend Nederland) kan zich vinden in het pleidooi voor nationale regelgeving. Ze geeft aan dat dit ook helpt bij landelijke monitoring. Dat is mede van belang om in de pas te kunnen blijven lopen met Europese regelgeving. Maar wel met een belangrijke kanttekening: “Je kunt het bouwers niet aandoen dat ze in elke gemeente met andere regels te maken krijgen”.

De sessie met ecologen Vincent Nederpel en Olga van den Pol was bedoeld als een experimentele workshop, waarbij deelnemers hun plannen konden voorleggen aan de ecologen. Helaas bleken er geen plannen te zijn meegenomen. We gaan dit in de toekomst nogmaals programmeren, maar dan iets meer voorgekookt.