Voorbij de duct tape-ecologie - KAN bouwen

Voorbij de duct tape-ecologie

Het laatste jaar schoven er vooral landschapsarchitecten aan in het KAN-café van Coen van Rooyen, in het dagelijks leven directeur van Woningbouwers.nl. Met Geert Timmermans is er een top-ecoloog te gast. Timmermans is al jaren stadsecoloog van Amsterdam. Hij schreef het  standaardwerk ‘Natuurinclusief bouwen en ontwerpen in 20 ideeën’.

Amsterdam was samen met Den Haag de eerste gemeente die ervaring opdoet met een puntensysteem waarbij maatregelen voor natuur, groen en water meetellen in de aanbesteding en tendering van nieuwbouwprojecten.

De lessen van Geert Timmermans

  • Een puntensysteem voor natuurinclusieve bouwprojecten werkt;
  • Dertig punten lijkt een ondergrens, want veel projecten scoren gemakkelijk tachtig punten;
  • Zorg dat het plan voorziet in een beheerplan zodat het over tien jaar ook nog werkt;
  • De stad is er voor mens, plant en dier;
  • Op termijn moet het puntensysteem geschikt zijn voor locatiespecifieke omstandigheden, met maatregelen voor stadsdelen die extra gevoelig zijn voor hittestress of wateroverlast.

Eindelijk een hardcore-ecoloog in het KAN-café, al bekent Timmermans dat hij óók landschapsarchitect is. ‘Het is een gouden combinatie, want ik spreek de taal van beide beroepen. De ecoloog wil een kronkelend watertje, de architect een strakke zichtas.’

Anders dan veel mensen denken is de ecoloog niet de hele dag in het veld om te kijken naar vogels, vossen en vissen. ‘Ik ben beleidsecoloog en overleg met andere gemeentelijke diensten en voorzie ze van advies’, zegt Timmermans, die de terugkeer van de otter in Amsterdam (IJburg) als zijn natuurhoogtepunt van de maand noemt. ‘Het toont de vitaliteit van de natuur. De mens heeft veel ‘niet goed’ gedaan, maar kijk eens wat de herintroductie van de otter vermag.’

De stad is er voor de mens, maar ook planten en dieren worden terecht steeds meer gezien als inwoners. Dat principe voert bij elk nieuwbouwproject de boventoon en waar mogelijk ook bij renovatie- of vernieuwbouwopgaven. Timmermans en zijn collega’s ontvingen vanaf 2016 steeds meer vragen van bouwende ontwikkelaars en van collega-ambtenaren: ‘hoe doe je dat, voorzieningen voor vleermuizen of gierzwaluwen? Op welke hoogte moet wat?’

Puntensysteem
De gemeente Amsterdam besloot de vragen en alle mogelijke antwoorden te bundelen tot een rudimentair puntensysteem van minimaal dertig punten dat sinds november ‘21 is aangenomen door de gemeenteraad. Drie testen (proefprojecten) in de praktijk gingen aan de raadsbeslissing over het puntensysteem vooraf, op het Zeeburgereiland, in Amsterdam-West en in het Amstelgebied getest ‘De verwachting was dat de bouwprojecten duurder zouden uitvallen door natuurinclusieve maatregelen. Dat bleek niet het geval. Grosso modo kost een gierzwaluwvoorziening € 30 dus als je er honderd ophangt, zie je het niet eens in de projectkosten.’ Een polderdak, met ruimte voor wateropvang en een dikke substraatlaag die de aanwezigheid van heesters mogelijk maakt, scoort meer punten dan een goedkoper en ecologisch minder divers sedumdak. Amsterdam ziet het dak steeds meer als een wegberm, met langjarige gewassen als grassen en klokjes.

De verwachting was dat de bouwprojecten duurder zouden uitvallen door natuurinclusieve maatregelen. Dat bleek niet het geval.

Ten tweede blijkt dat de grens van dertig punten door iedereen gemakkelijk werd gehaald. Sommige partijen scoorden zelfs tachtig tot honderd punten. ‘Dat nodigt uit om meer ambitie uit te stralen en de lat in het puntensysteem hoger te leggen.’ Sommige mensen dachten dat klimaatadaptief en natuurinclusief bouwen wéér een regeltje erbij betekent, naast de verplichting om ondergronds te parkeren, mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt te betrekken, aan strengere Amsterdamse  BENG-eisen te voldoen. Wie gaat dat betalen? Het blijkt in Amsterdam reuze mee te vallen, aldus Timmermans. ‘De markt reageert er goed op en vraagt ons ook om duidelijkheid. Ik denk dat het systeem in de toekomst wel naar vijftig punten kan.’ Hij wijst er op dat Amsterdam een unieke positie heeft omdat de gemeente vrijwel overal eigenaar is van de grond. En ook bewoners vinden natuurinclusief bouwen fijn. ‘Wij willen toe naar een mentaliteit dat het in de architectuur en stedenbouw is verankerd. We willen af van de duct tape-ecologie die slechts een nestkastje aan de gevel plakt.’

Wij willen toe naar een mentaliteit dat het in de architectuur en stedenbouw is verankerd. We willen af van de duct tape-ecologie die slechts een nestkastje aan de gevel plakt.

Beheerplan
Ten derde blijkt de aanwezigheid van een beheerplan cruciaal, aldus de stadsecoloog. Sterker nog, een beheerplan hoort erbij. ‘Een ontwikkelaar krijgt er nu zeven punten voor, maar het is goed mogelijk dat we zo’n plan verplicht stellen’, zegt Timmermans. De aanleg van een groenblauwdak of wadi is mooi, maar de projectontwikkelaar moet met een beheerplan aangeven hoe hij het onderhoud ervan ziet voor de komende tien jaar. ‘Daarbij helpt het als een groene gevel is geplant in de volle grond in plaats van in bakjes met een kwetsbaar systeem van watergeven. Die laatste leiden in de tijden van droogte en vakantie vaak tot dorre gevels. Wanneer klimplanten in de volle grond worden geplant hebben ze daar geen last. Groen gevels vertragen de waterafvoer, vangen fijnstof op en dempen de hittestress.’

De projectontwikkelaar kan het beheerplan voorzien van een geldelijke donatie of een calculatie maken die bewoners inzicht geeft in de maandelijkse lasten. ‘Daarmee krijgen bewoners vooraf inzicht in de lasten en in de onderhoudsafspraken. In Milaan hangen de hoveniers permanent in klimtouwen om de verticale tuinen te onderhouden. Dat kost € 400 per appartement per maand, wat de miljonairs daar niets uit maakt. Wij denken in Amsterdam dat het zelfs voor sociale woningbouw betaalbaar blijft.’ De gemeente Amsterdam onderzoekt in een Europees project (Resilio) in samenwerking met Wageningen Universiteit wat voor biodiversiteit er aanwezig is op de groenblauwe en gele (=zonnepanelen) daken van een groot renovatieproject. ‘Onderzoeksvragen voor een promovendus zijn onder meer: wat groeit er allemaal onder de zonnepanelen, welke planten doen het het best (best practice) en klopt het dat planten het rendement van de panelen verbeteren’, aldus Timmermans.

Tenslotte biedt de puntensystematiek mogelijkheden om specifieke maatregelen af te dwingen voor bepaalde delen van de stad. ‘In een wijk die veel te maken heeft met hittestress kunnen we groene gevels eisen van de bouwende ontwikkelaars en als gemeente zelf in de openbare ruimte meer aandacht aan verkoelend groen schenken. We werken overigens nog steeds met ‘lobben en groene scheggen’ volgens het Algemene Uitbreidingsplan van 1934.’ Amsterdam is gezegend met een ruime ecologische dienst. Het Rijk of de provincie zou kennis over natuurinclusief bouwen kunnen faciliteren zodat ook kleine gemeenten aan de slag kunnen.

Amsterdam gaat zeker in de nieuwbouw, maar ook in de bestaande bouw meer eisen stellen. ‘Ook parkeerplaatsen, bedrijventerreinen en zelfs kunstwerken als viaducten en kademuren gaan we met natuurinclusief bouwen ontwerpen. De eerste stap is gezet. Vergelijk het met overgang van glas naar dubbel glas. Nu zitten we op driedubbel zonwerend glas.’

Hartenkreet van Geert Timmermans voor de Minister van Ruimtelijke Ordening
‘Leg vast dat de 1 miljoen tot 1,5 miljoen nieuwe woningen in Nederland stuk voor stuk natuurinclusief en klimaatadaptief zijn, in de basis. Stel een verplichte ondergrens in voor groen, blauw en geel. Ik wil graag adviseren. Kom eens kijken in Amsterdam.’

Zie ook de documentaire De Wilde Stad (YouTube, Disney plus), over de natuur in Amsterdam gezien door de ogen van een kat (2018). De trailer vind je hier.

Het volgende KAN-café vindt plaats op 7 juli. Onno Dwars, directeur Ballast Nedam Development, deelt de KAN-visie van één bedrijf voor de hele sector. Meld je hier aan.

Verslag: René Didde