Kun je wonen zonder riool? - KAN bouwen

Kun je wonen zonder riool?

Nog niet zo lang geleden was het een zonderling verschijnsel: vacuümtoiletten in combinatie met een biogasreactor, en huishoudelijk afvalwater in de directe omgeving zuiveren. KAN belicht twee projecten in Sneek en in Kerkrade.

Ruim vijftien jaar geleden werd er nog wat lacherig over gedaan. 32 gezinnen aan de rand van een nieuwbouwwijk in Sneek zaten op een vacuüm-wc pot. Zo’n model dat in een vliegtuig (of, als je geluk hebt in de trein) met slechts 1 liter (in plaats van 7 liter) poep en pies met een korte, harde knal wegsluist. Eén van de bewoners, tevens projectleider bij fabrikant Landustrie, stelde zijn garageruimte beschikbaar. Daar werd de smurrie, samen met door een grinder vermalen etensresten en groente- en fruitafval uit de 32 woningen, in een biogasreactor vergist tot biogas. Op de juiste schaal uitgevoerd, zou je het overgebleven biogas kunnen gebruiken voor de verwarming van woningen en ook als elektriciteitsbron. Ook kunnen auto’s rijden op dit biogas, zoals in het wagenpark van afvalbedrijven en waterschappen is aangetoond. Wat er overblijft in de reactor is fosfaatrijk en kan met enkele toeslagstoffen als struvietmeststof dienen, een (destijds) nieuw alternatief voor kunstmest.

En zie, jaren later is het project in de wijk Noorderhoek opgeschaald tot 280 huurwoningen van woningcorporatie De Wieren. De biogasproductie geschiedt niet langer in een aandoenlijke garage, maar in een klein fabriekje. Daar worden ook schadelijke stoffen als medicijnresten tot 90 procent verwijderd. ‘Het afvalwater wordt ter plaatse vastgehouden en is schoner dan het water dat een conventionele rioolwaterzuiveringsinstallatie verlaat’, zegt Bert Palsma, waterketencoördinator bij waterkennisinstituut STOWA. En waar de 315 grote zuiveringsinstallaties door hun grote betonnen bakken met veel zuurstof goed zijn voor twee procent van het energieverbruik in Nederland, kunnen deze kleine lokale voorzieningen juist voorzien in twee procent van de energieproductie, aldus Palsma. Waterschoon heet het project in Sneek. Bewoners zijn tevreden. Na een aantal technische optimalisaties zijn klachten over geluidshinder verleden tijd. Kwestie van wennen, zo’n vacuümtoilet.

En deze decentrale zuivering bleef niet beperkt tot Friesland. Wie een blik werpt op de herziene Saniwijzer ziet dat er in heel Nederland meer projecten zijn met vernieuwende vormen van de behandeling van huishoudelijk afvalwater. Ze zijn geordend als proefproject, als bureaustudie of al uitgevoerd. In sommige gevallen begint het te schuren dat we in Nederland het dichtst gerioleerde land ter wereld zijn, constateert aldus Palsma. ‘Soms kan een bestaande rioolwaterzuivering de afvalwaterstroom van een nieuwbouwproject gewoonweg niet aan.’

Een riool aanleggen of niet?
Dit is bijvoorbeeld het geval in Rotterdam-west, waar de markante kantoortorens van Gemeentewerken aan het Marconiplein plaats gaan maken voor woningen. Er is hoe dan ook veel geld nodig om riolering aan te leggen op nieuwbouwlocaties, en soms ook in inbreidingsprojecten. Een gasleiding hoeft al niet meer, dus er wordt ook serieuzer gekeken waar het riool mogelijk achterwege kan blijven.

Daarnaast spelen steeds meer andere opgaven waardoor de waterschappen gaan schuiven en als eigenaren van de rioolwaterzuiveringsinstallaties (rwzi’s) niet meer automatisch kiezen voor het riool. ‘Ze kampen met nieuwe vraagstukken als droogte in de stad en met wateroverlast. Er is behoefte aan groen, aan energiebesparing en ze moeten het water steeds verregaander zuiveren’, somt Palsma op. ‘Sneek toont dus aan dat dit met kleinschalige installaties, voorzien van nanofiltratie, beter gaat dan in grootschalige rwzi’s met ozon, UV of actief kool. Hoe ‘dikker’ of ‘zwarter’ het afvalwater, hoe beter het gaat.’ Toch zouden voor een commerciële, rendabele schaal vier tot vijf keer zoveel aansluitingen nodig zijn, blijkt uit schattingen van STOWA.

Nazuivering en het laten infiltreren van dergelijk lokaal afvalwater kan in groene voorzieningen zoals een helofytenfilter, dat daarmee dan ook een groen doel in een nieuwe wijk dient. Stinkt dat dan niet? ‘Helofytenfilters doen niet altijd 100 procent wat beloofd wordt, maar ze doen genoeg’, aldus Bert Palsma.

De flat Superlocal in Kerkrade

Superlocal
In het project Superlocal in Kerkrade bestaan soortgelijke grote plannen met het door een helofytenfilter gezuiverde ‘grijs’ water (douche, wasmachine). ‘Nu al dient dit water om droge periodes tegen te gaan, maar in de toekomst willen we het water verder opwerken en het als waswater voor de wasmachine en als spoelwater voor de toiletten inzetten’, zegt Ad de Man, strategisch adviseur van Waterschapsbedrijf Limburg (WBL), dochter van Waterschap Limburg (WL). Sinds 2020 is daar een wijk gerevitaliseerd. Naast drie nieuwe modelwoningen en vijftien nieuwe grondgebonden woningen zijn er 113 flatwoningen gerealiseerd in een gefacelift oud flatgebouw. Ontwikkelaar is Jongen Bouwpartners in opdracht van wooncorporatie Heemwonen en gemeente Kerkrade. De waterketen heeft de specifieke waterzaken gefinancierd, zoals waterbuffers en zuivering. De wooncorporatie betaalde het vacuümtoilet en de vermaler.

Vergistingsinstallatie

Net als in Sneek breekt een vergistingsinstallatie het ‘zwarte’ water uit het toilet af tot biogas. Het biogas wordt gebruikt om het vergistingsproces op temperatuur te houden. ‘Wat er daarna nog aan slib overblijft, is rijk aan fosfaat, stikstof en organische stof en zou als meststof gebruikt kunnen worden’, zegt De Man. Normaal wordt dit slib verbrand, wat veel CO2-uitstoot oplevert. Tot nog toe is het nog steeds verboden deze ‘circulaire kunstmest’ net als struviet als meststof op het land af te zetten. Voorlopig onderzoekt Waterschapsbedrijf Limburg op proefveldjes bij een rwzi hoe dit slib zich gedraagt.

Drinkwater uit regenwater
Ronduit spectaculair is het idee om regenwater van het dak en van de straat op te vangen in een buffertank en dit met grove filters en nanofiltratie, UV-licht, ozon, een koolstoffilter en mineralisatie geschikt te maken als… drinkwater. Ook dit is een gewaagd experiment, wat nauwlettend door experts van Waterleidingmaatschappij Limburg en de inspectie ILT en I&W wordt gevolgd. Tot nog toe wordt dit water nog niet geconsumeerd. ‘Als de proef slaagt en ILT en I&W geven toestemming, dan gaan we dit water echter leveren aan de bewoners’, zegt De Man. En als het lang droog is, en de reservoirs leeg blijven? ‘Dan komt er alleen normaal drinkwater uit de kraan.’

Overzicht van het Superlocal watersysteem

Dat is nog niet alles. Op de begane grond van de flat staat een grote voedselvermaler waar bewoners hun groente- en fruitafval en etensresten kwijt kunnen, waarna het ook naar de vergister gaat. Tuinafval mag niet, want dat is te houtig voor vergisting. ‘Van de voorziening wordt veel gebruik gemaakt, maar soms komt er ook kattengrind in terecht en loop de vermaler vast. We gaan de bewoners nogmaals instrueren’, aldus De Man. ‘Het is vallen en opstaan.’ De beide wasmachines voor collectief gebruik worden weinig benut door de flatbewoners. De meeste mensen kozen toch voor een eigen wasmachine in plaats van deze zeer lokale wasserette.

Toch kan dit opmerkelijke voorbeeldproject het waterbewustzijn en ook de sociale cohesie in de buurt vergroten, denkt adviseur Bjartur Swart, die de zogeheten saniwijzer herzag. ‘Het mooiste is dat we in Nederland steeds meer beginnen na te denken over alternatieven voor het riool. Daarbij vergt een camping in het buitengebied een andere aanpak dan een wijkje in een stad’, zegt Swart.
De adviseur deelt het inzicht dat hoe meer technologie erbij komt kijken, hoe groter de vereiste schaal is om bijvoorbeeld biogasproductie of opwerken van regenwater tot drinkwater te optimaliseren en betaalbaar te maken.

En er speelt nog iets anders. ‘Moet je de uitwerpselen in het toilet wel verdunnen met water’, vraagt de adviseur zich af. ‘Dat vergt veel leidingen. Composttoiletten zoals in Scandinavië of zelfs verbrandingstoiletten zouden uitkomst kunnen bieden, ook in Nederland’, aldus Swart. Bij verbrandingstoiletten belanden de fecaliën in zakjes die bij elkaar, eens in de zoveel tijd, in een verbrandingskamer met behulp van elektriciteit worden verast. ‘Ideaal voor woonboten en tiny houses, maar het kan ook in de reguliere woningbouw.’ Ook de groenstructuur in woonwijken kan meer gebruikt worden om (grijs) afvalwater op te vangen, te zuiveren en te infiltreren. ‘Daarmee bestrijd je tegelijk hittestress en droogte in zo’n wijkje.’

Tekst: René Didde