Rondleiding door eetbare woonwijk Rijnvliet: dat wordt bessen plukken - KAN bouwen

Rondleiding door eetbare woonwijk Rijnvliet: dat wordt bessen plukken

Tijdens de Utrechtse Dag van de Architectuur, op 17 juni 2023, verzorgde Robert-Jan van der Linden (landschapsarchitect bij Felixx) een rondleiding door de Utrechtse wijk Rijnvliet – verslag door Anton Coops.

Vroeg in de middag verzamelen de vrijwilligers van architectuurcentrum Aorta en de deelnemers aan de rondleiding zich in de Utrechtse wijk Rijnvliet. Het centrale voedselbos, direct naast Kindcentrum Rijnvliet, is het startpunt. Het is een tropisch warme junidag en de lucht is strakblauw.

Robert-Jan (links) vertelt over de Romeinse limes en over een bijzondere zonnewijzer

Robert-Jan van der Linden geeft een inleiding voordat de wandeling begint: “Rijnvliet is een nieuwe Utrechtse woonwijk die nu bijna af is. Het is het laatste onderdeel van Leidsche Rijn. Er worden hier zo’n 1100 woningen gebouwd. In 2007 werd het stedenbouwkundig plan al gemaakt, maar tijdens de financiële crisis die volgde was daar veel discussie over, en het project kwam stil te liggen. De ‘oude’ bewoners die aan de Rijksstraatweg wonen hebben zich toen verenigd in De Groene Longen en zij hebben ingezet op een permacultuur-achtige inrichting van de wijk. Het aantal woningen en het aantal vierkante meters openbare ruimte was op dat moment al bepaald, dus er was niet al te veel speelruimte meer. Uiteindelijk hebben de bewoners voedselbosdeskundige Xavier San Giorgi (zie video) geïntroduceerd, om een plan te maken voor een ‘eetbare woonwijk’. De gemeente Utrecht heeft Felixx Landschapsarchitecten gevraagd om ook deel te nemen, en samen tot een alternatieve inrichting van de openbare ruimte te komen volgens het voedselbos-principe.”

“In het ambitie-document dat daaruit rolde hebben we de hoofdstructuur aangegeven: in het zuidelijke deel van de wijk vind je eetbare vruchten, in het midden van de wijk eetbaar blad, in het westen eetbare bloemen, en in het oosten eetbare noten. Er zit wat overlap in maar we hebben dit idee zoveel mogelijk aangehouden voor de duidelijkheid. En in het centrale voedselbos komen al die elementen samen. In verticale zin bestaat het voedselbos uit zeven lagen: van de kruidenlaag onderaan tot de toppen van de grote bomen. Samen vormen ze een hecht ecosysteem.”

Ecosysteem
Om fruitbomen en struiken vrucht te laten dragen zijn bestuivers nodig. Deze insecten worden aangetrokken met een speciaal geselecteerd bloemmengsel. Het voedselbos is opgebouwd uit zeven lagen planten, die samen een geïntegreerd ecosysteem vormen:

1. Het bladerdak, bestaande uit originele en beplante grote bomen;
2. Lage bomen, bestaande uit kleinere bomen of halfstammen;
3. Struiklaag van fruit en bessenstruiken;
4. Kruidlaag van meerjarige groenten en kruiden;
5. Bodembedekkers, een laag planten die zich horizontaal verspreidt;
6. Ondergrondse laag van planten die wortels of knollen produceren;
7. Klimmers, een verticale laag klimplanten.


Naast de natuurlijke vruchten biedt het voedselbos ook ruimte voor recreatie en het versterkt de ecosysteemdiensten van het gebied, waaronder waterbeheer, vermindering van hitte en reiniging van de lucht. De kwaliteit van leven wordt verbeterd door de rijke natuurervaring en de grote biodiversiteit.

Bij de aanleg van de wijk is een aantal grote bomen blijven staan, ook dode bomen die dienen als landingsplaats voor vogels. Deze staan op het Vogeleiland, dat volop nestgelegenheid biedt. De amfibieënpoel trekt kikkers, padden en salamanders aan. Aaneengesloten bomenrijen zorgen voor geleiding van vleermuizen, dichte struiklagen zijn geschikt voor egels en natuurvriendelijke oevers ondersteunen de connectie tussen het water- en landleven.

Robert-Jan legt uit hoe verschillende soorten met elkaar gecombineerd worden

“De grote uitdaging was niet om dit voedselbos te maken – want die kennis is er – maar om de openbare ruimte opnieuw te ontwerpen. Er lag een ontwerp met 20 boomsoorten en daaronder gewoon gras. Nu hebben we ruim 220 soorten, met nog veel meer cultuurvariëteiten, die de woonwijk ecologisch rijk maken. Een belangrijk structuurprincipe is dat op iedere plek steeds drie lagen uit het voedselbos terugkeren. Je ziet dus nooit een ‘kale’ boom in het gras staan. Daar staat altijd een kleine struik bij, of een andere combinatie die zorgt voor een meer gelaagd ecosysteem.”

Educatief
Bij het voedselbos is ook een openlucht leslokaal gemaakt voor de wat oudere kinderen, waar ze leren over de limes, de noordelijke grens van het Romeinse Rijk die ooit precies op deze plek liep. En er is ook een bijzondere zonnewijzer die aangeeft in welk seizoen we zitten, en welke planten er in dat seizoen geoogst kunnen worden. Op school krijgen de kinderen ook les over het voedselbos, en er is een digitale kaart die aangeeft wat er groeit op welke plek, en wanneer het eetbaar is. Het artistieke ‘Boomkroonpad’ dat de school direct met het voedselbos verbindt is ook bijzonder. Een dergelijke integraliteit hoort bij het voedselbosconcept. Het gaat om de combinatie van educatie, contact met de natuur, bewustwording en sociale cohesie.

Het Boomkroonpad, onderdeel van het voedselbos en direct verbonden met de school

Robert-Jan: “In het stedenbouwkundig plan was bepaald dat de straten genoemd zouden worden naar Engelse dichters, maar we hebben het voor mekaar gekregen om de straatnamen te noemen naar de planten die je vindt in de verschillende wijkdelen.”

De straatnamen maken het concept af – op de achtergrond het Kindcentrum en het voedselbos, verbonden door het Boomkroonpad

Beheer
Rijnvliet is een waterrijke buurt. Robert-Jan wijst op het Vogeleiland in de Vliet dat voor niemand toegankelijk is, en waar zich de komende jaren een ecosysteem gaat vormen: “In principe moet je het met rust laten, het wordt niet beheerd”.

Het Vogeleiland

Sommige plekken worden dus helemaal niet beheerd, en op andere plekken mag onkruid blijven staan. Op een mooie groene kade langs de Vliet, met veel bessenstuiken en kleine bomen, licht Robert-Jan toe hoe het beheer is geregeld: “Deze wijk wordt beheerd door het beheerbureau van de gemeente. Ze werken dus niet met een externe aannemer. Dit heeft als voordeel dat je vaste mensen aan de wijk kunt koppelen. Ze worden er speciaal voor opgeleid. Als je dit zou laten beheren door een aannemer, dan gaat de maaier eroverheen en zijn we de bessen kwijt. Al met al is het beheer een proces waar we nu vijf jaar in zitten. Overigens blijven we binnen de beheercategorieën van de gemeente.”

De Wilde Rucolavliet, zojuist gemaaid

De grote bomen die er al waren in de wijk zijn belangrijke ecologische ‘steunpunten’. Er is weinig eetbaars aan, maar ze zijn wel in het plan geïntegreerd: “De inheemse eik is voor wel 400 verschillende insectensoorten van waarde, dus het is heel belangrijk dat deze soorten ook in de wijk aanwezig zijn”.

Hagenplan
Robert-Jan: “In de hele wijk zie je gemengde hagen op de erfgrens, op het eigen terrein. Dat is vastgelegd in het Hagenplan. Van Wanrooij heeft die hagen laten aanplanten, daar hebben we flink veel verschillende soorten voor gebruikt.” Robert-Jan wijst op een lindehaag en hij legt uit dat de blaadjes het prima doen in een salade: “Het smaakt niet te ‘groen’, maar gewoon naar sla. Als je het blad oogst blijft de plant nieuwe blaadjes maken.”

De bewoners zijn verplicht om hun hagen te onderhouden, dat is vastgelegd in het koopcontract. Het aantal tegeltuinen in de wijk lijkt mee te vallen, en daarbij is het ook begrijpelijk dat de ondiepe voortuinen betegeld worden om buiten te kunnen zitten. Robert-Jan ziet ook dat steeds meer bewoners geïnspireerd raken door de opzet van de wijk, en zelf ook eetbare planten in hun achtertuin zetten. Dan worden openbare ruimte en privétuin dus een organisch geheel.

Een beplantingsplan is één, maar levering van precies de juiste struiken en bomen door de kweker is niet vanzelfsprekend. Robert-Jan gaat in op de verschillende cultuurvariëteiten die worden gebruikt met het oog op kruisbestuiving, en hij weet ook te melden dat eetbare planten de laatste tijd moeilijker leverbaar zijn, omdat er inmiddels iets van een hype is ontstaan. Pro-tip: kies voor bessen die niet al te fel kleuren tijdens het rijpingsproces want die worden minder goed gezien door de vogels.

Klimaatadaptatie
Robert-Jan: “De huizen langs de watergangen zijn allemaal afgekoppeld van het hemelwatersysteem. Al het regenwater dat valt in de wijk komt uiteindelijk terecht in de watergangen. De zware kleigrond hier is niet geschikt voor infiltratie. Langs de oevers zit een iets minder dikke kleilaag, maar in het binnengebied bolt de klei juist verder op. Daarom wordt in het binnengebied al het hemelwater opgevangen in gewone rioolbuizen. Dit wordt afgevoerd naar het oppervlaktewater. Alle straten hebben waterdoorlatende verharding.”

Door de ogen van de ecoloog/landschapsarchitect
Tijdens deze wandeling door Rijnvliet is goed te merken dat een ecologisch geschoolde landschapsarchitect als Robert-Jan met een geheel eigen blik naar de omgeving kijkt. Hij heeft aandacht voor insecten, voor kraamkamers voor insecten, voor vliegroutes van vleermuizen en voor de vogels. Hij wijst op combinaties van planten, cultuurvariëteiten, niet-invasieve planten, steriele planten en exoten. Zure grond, grasmengsels én speelplekken. Geen enkel detail op het gebied van beheer ontgaat hem. Het was dan ook een leerzame wandeling door eetbaar ecosysteem Rijnvliet.

Lees meer:
Ha lekker! Wonen in een eetbare woonwijk
Een gesprek met Sebastiaan Docters van Leeuwen (projectontwikkelaar Van Wanrooij), Ruben Jonker (projectmanager Ruimte Gemeente Utrecht) en Wim Horst (parkcoördinator Gemeente Utrecht) over de ontstaansgeschiedenis van Rijnvliet, het beheer van de openbare ruimte en de reacties van de bewoners.

In deze wijk kun je van (bijna) alle bomen en struiken eten (NRC, 12 oktober 2023)

Tekst en beeld: Anton Coops