KAN congres geeft beeld van Nederland in 2125 - KAN bouwen

KAN congres geeft beeld van Nederland in 2125

Verslag van de plenaire opening van het congres KAN 2125 op 29 oktober – door René Didde

We maken ons druk over alledaagse opgaven en uitdagingen in 2025, onder andere over klimaatverandering, biodiversiteit en wonen. Hoe zou het er over een eeuw uitzien? Wil Nederland over 100 jaar nog floreren, dan moeten de biodiversiteit- en klimaatopgaven zijn geïntegreerd. Steden zijn dan meer weerbaar tegen de klimaatverandering. De wateroverlast is beheersbaar. De hitte-eilanden zijn verminderd door beter ontworpen steden met meer schaduw, betere ventilatie door de straten en meer en beter groen. Deze vergroeningsopgave is in combinatie met de woningbouwopgave gerealiseerd.

Dit vergezicht ziet er aanlokkelijk uit. Want wie wil er géén groen in de buurt? Maar het roept ook vragen op. Hoe komen we daar? Hoe is het realiseren van 100.000 woningen per jaar te combineren met een groene omgeving? Waar halen we de ruimte vandaan? En hoe ziet het eruit? Dat zijn de vragen die op het KAN Congres 2125 centraal staan.

De schitterende ambiance van het Spoorwegmuseum in Utrecht is een fraaie locatie voor deze vraagstukken. Het onderwerp gaat over de volgende honderd jaar, maar de bezoeker kijkt hier honderd jaar terug en waant zich in het tijdperk van stoomtreinen en elektrische ‘hondekop’- treinen in hallen en op perrons waar het nog steeds naar olie ruikt.

Culturele onderstroom zet noodzakelijke verandering in gang
In een uitverkochte zaal start dagvoorzitter Coen van Rooyen, directeur van WoningbouwersNL en in zijn vrije tijd onder meer cafébaas van het maandelijkse KAN-café. Zijn zeven-jarige zoon verlangt naar goochelacts van onder andere Victor Mids, bijeenkomsten waar Van Rooyen ook wat van opsteekt. De dagvoorzitter zal later enkele kunsten vertonen, maar werkelijk serieus is zijn vraag of het een illusie is dat we de klimaatverandering kunnen weerstaan. En kunnen we, zoals Bill Gates, geloven in een wonder? Niet in een technisch mirakel om de klimaatverandering te tackelen door gletsjers te laten aangroeien of de zeespiegel te laten dalen. En ook niet, zoals vandaag 29 oktober, in het stemhokje voor vier jaar (maar meestal minder) een hokje rood te kleuren. ‘Nee’, zegt van Rooyen, cabaretier Tim Fransen en filosoof Gramski citerend: ‘Politieke macht is geen dwang die iets verandert. Politieke macht is uiteindelijk niets minder dan het manifest worden van een culturele onderstroom van georganiseerde burgers, die maakt dat de hele samenleving, en het hele spectrum van socialisten, liberalen en christendemocraten instemt met de noodzakelijke verandering. Zoals we het nu normaal vinden dat er een verzorgingsstaat is, vrouwen stemrecht hebben en er geen kernafval in zee wordt gedumpt. Laten we aan deze culturele onderstroom werken’, besluit van Rooyen.

Politieke macht is het manifest worden van een culturele onderstroom van georganiseerde burgers, die maakt dat de hele samenleving, en het hele spectrum van socialisten, liberalen en christendemocraten instemt met de noodzakelijke verandering. Zoals we het nu normaal vinden dat er een verzorgingsstaat is, vrouwen stemrecht hebben en er geen kernafval in zee wordt gedumpt.

Tim van Hattum – van wanhoop naar actie, van code rood naar code groen
De eerste spreker die zich aan bespiegelingen over dit noodzakelijke wonder waagt, is Tim van Hattum, bekend van de kaart van Nederland 2120. Vijf jaar geleden haalde hij er alle kranten mee, zelfs de Linda. ‘Dus door dat laatste weet je dat er hoop is’, knipoogt de Wageningse wetenschapper, die recent een eredoctoraat van de Open Universiteit ontving.

Van Hattum is een man van hoop, maar ook wetenschapper genoeg om te constateren dat de planeet doodziek is (‘maar niet ongeneeslijk’). ‘Er waren tot voor kort zes planetaire grenzen overschreden, maar dat zijn er nu zeven, waaronder klimaat, luchtverontreiniging, stikstof, water en verzuring van de oceaan.’ De schade die dat met zich meebrengt voor Moeder Aarde kan oplopen tot 38 biljoen, ofwel 38.000 miljard euro per jaar in 2050. ‘Dat is de waarde van 20% van de wereldeconomie. En de EU is niet voorbereid. De klimaatschade is nu al 50 miljard, waarvan slechts een kwart is verzekerd’, zegt hij. Valkenburg aan de Geul en de veel grotere gevolgen in België en Duitsland, en recenter, Valencia, herinnert iedereen zich nog. We zouden dus wat breder naar de huizencrisis moeten kijken. ‘Negen procent van het vastgoed komt letterlijk onderwater te staan.’ 

Tijd voor acceptatie en actiebereidheid
Als we ons echter rekenschap geven van de verandercurve van de psycholoog Kubler-Ross, dan kunnen we na jaren van ontkenning, shock, boosheid en angst overgaan tot acceptatie en actiebereidheid waarna oplossingen van de problemen in zicht komen. Van Hattum ziet vijf redenen voor hoop en actie. ‘Het is nog niet te laat en de meeste oplossingen zijn beschikbaar, vooral als we de natuur inschakelen. Het kost ‘slechts’ twee tot vier procent van het wereldwijde bbp (zo niet, dan bedraagt de schade 20% van het bbp). Bovendien, elke geïnvesteerde euro levert dan vijf euro op. En bovendien is belangrijk dat 80 tot 89 procent van de wereldbevolking meer klimaatactie wenst’, weet Van Hattum.

Daar komt bij dat het klimaatprobleem en het verlies aan biodiversiteit met elkaar verbonden zijn. De problemen versnellen en verergeren elkaar, maar als we actie ondernemen, kunnen we ze beide oplossen. ‘De klimaatverandering dwingt ons het natuurlijk systeem te gebruiken. De belangrijke investeringsopgaven moeten klimaatrobuust zijn. Woningen gaan vijftig tot honderd jaar mee. Houd daarom bijvoorbeeld rekening met de zeespiegelstijging’, aldus Van Hattum die daarbij vijf ontwerpprincipes verkondigt voor toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen.

Het natuurlijk systeem (bodem, water, lucht) vormt altijd de basis. Vooral de kansen van water moeten we optimaal benutten: niet ertegen vechten en afvoeren, maar vasthouden en meebewegen en de sponswerking benutten, vooral in groene, gezonde steden die daardoor niet-overstroombaar worden. Dergelijke meebewegende, adaptieve ruimtelijke inrichting geldt ook voor de kust die moet meegroeien met de klimaatverandering. We moeten ook meer hernieuwbare energie winnen in biodiverse landschappen, waaronder wind op zee. Dan ziet Van Hattum ten vierde een ‘natuurpositieve samenleving’ ontstaan, met een veerkrachtige natuur en een natuurinclusieve landbouw. Ten slotte leidt dat tot een circulaire klimaatpositieve economie, binnen de grenzen van de aarde.

Hoe dan?
Ja, mooi hoopvol allemaal, maar hoe moet dat dan? De kaart van Nederland in 2120 bleek het startschot voor een door het Nationaal Groeifonds gefinancierd onderzoek van 110 miljoen euro met 25 instellingen. ‘Nederland kan een proeftuin voor de wereld worden als we deze nationale visie omzetten in regionale innovatie. Het is een nationale puzzel waarbij elke regio en stad een puzzelstukje is.’ Een voorbeeld is de ‘Groene metropoolregio’ waarin onder meer de gemeente Arnhem, gemeente Wageningen en waterschap Vallei en Veluwe ieder voor zich concreet de richting proberen aan te wijzen voor een landschap over 100 jaar, met meer ruimte voor de rivier, natuurlijke moerasbossen, watergebonden landbouw en andere experimentele vormen van landbouw en hoog en droog wonen op de berg.

‘De toekomst begint vandaag’, besluit Tim van Hattum, die prompt een vraag krijgt wat hij zou doen als hij minister zou worden in een nieuw kabinet. ‘Meteen het klimaatakkoord van Parijs topprioriteit geven en alle routes afpellen die ik geschetst heb.’

Download de presentatie van Tim van Hattum

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.