Van beschouwen naar bouwen - KAN bouwen

Van beschouwen naar bouwen

Verslag van de deelsessie met Joris Voeten tijdens het congres KAN 2125 op 29 oktober – door René Didde

Het gaat niet zo goed in de steden. ‘Bouwen, bouwen en bouwen’ gaat niet goed samen met de klimaatdoelen, en dan gaat het niet alleen over de uitstoot van bouwmaterialen als beton en staal, begint Joris Voeten, onderzoeker bij Wageningen Environmental Research en vaker gesignaleerd op KAN-bijeenkomsten. ‘En het wordt er allemaal niet makkelijker op in de toekomst: droogte, wateroverlast en een dreigend drinkwatertekort in 2030.’

Op een grafiek laat de onderzoeker dat volgens de laatste KNMI scenario’s in het jaar 2100 de zomers veel warmer en droger zijn. ‘In een stad als Amsterdam zal er dan ongeveer 1,5 keer zoveel water nodig zijn om het stedelijk groen zonder droogteschade de zomer door te laten komen. Wil je dat het stedelijk groen maximaal groeit en de stad helpt koelen? Reken dan op een watervraag die tweemaal zo groot is als nu! En daar moeten we bijvoorbeeld met de aanplant van bomen nu al rekening mee gaan houden.’

Antifragiel
De oplossing voor deze beangstigende situatie is niet nieuw. ‘In een natuurlijk systeem benutten bomen het water, de grondstoffen en de energie (zonneschijn) optimaal op de plek waar het valt. Bomen gaan niet even water uit een andere vallei onttrekken, of energie uit een andere streek importeren. Nee, ze gebruiken de resources die ze op precies die plek beschikbaar hebben’, aldus Joris Voeten. Daarbij staat, anders dan bij mensen, niet het individu, maar het hele ecosysteem voorop. ‘Niet één soort, maar het hele systeem moet er beter van worden. Vindt er een ramp plaats, dan veert het ecosysteem dankzij de stabiele basis terug en is de situatie na verloop van tijd zelfs beter dan voor de gebeurtenis. Antifragiel heet dat. En dit alles zonder managers, maar helemaal zelfregulerend.’

We moeten niet ‘plantjes planten’, maar het natuurlijk systeemdenken incorporeren in de stad

Kunnen we dit in het stedelijk gebied realiseren door als KAN-platform bij te dragen aan een beter systeem? ‘Jawel, maar KAN moet concreter’, vindt Voeten. ‘We moeten niet ‘plantjes planten’, maar het natuurlijk systeemdenken incorporeren in de stad.’ Dat is een hele mondvol, maar in feite moeten we de drie belangrijkste effecten van de klimaatverandering omdraaien.

‘Neerslag die zorgt voor overstromingen en schade aan infrastructuur moeten we bufferen en infiltreren. De droogte die leidt tot bodemerosie en schade aan planten kan met dit water worden bestreden. En dat heeft door verdamping een dempend effect op de temperatuurstijging en gaat hitte-eilanden en gezondheidsschade tegen’, doceert Voeten. ‘Kortom, klimaatadaptatie, natuurinclusiviteit en gezondheidswinst.’

Barrières en versnellers
Prachtig, dus wat houdt ons dan tegen? Wageningen Research deed twee jaar onderzoek naar de belangrijkste barrières en versnellers in natuurinclusieve en klimaatadaptieve stedelijke ontwikkeling. Ook daar moeten we meer naar de natuur kijken, zo blijkt.

De organisatie is in onze samenleving verzuild en werkt onvoldoende samen. In de natuur is alles echter verweven. We moeten daarom meer integraal ontwerpen met alle betrokken disciplines. Zo werd in Kattenburg in Amsterdam de wateroverlast opgelost met een water opvang, irrigatie en infiltratie systeem onder de fietspaden waardoor water in de bodem kon worden geborgen en gebruikt door de planten en bomen aldaar.

Het beleid blijft achter bij nieuwe kennis en kunde, en er is angst voor fouten

Het beleid blijft achter bij nieuwe kennis en kunde en er is angst voor fouten. Wetten en regels zijn wars van risico’s. De natuur is daarentegen niet bang om te falen. ‘Faal snel en ga door.’ Blauwgroene biodiverse daken zuiveren zelfs afvalwater dat voor toiletspoeling kan dienen, zo bleek al in 2012 bij een nieuw, demontabel gebouw in Berkel-Enschot. Het beleid moet niet alleen gebouwen maar ook natuur erbij maken.

Wat kost dat?
Het zou allemaal extra geld kosten. Nee, neem, net als de natuur de tijd, stelt Joris Voeten. Neem de economische waarde van ecosysteemdiensten mee. Beschouw de kosten als investeringen voor de lange termijn. In New York is uitgerekend dat elke dollar in aanplant en verzorging van groen 5,60 dollar oplevert in besparing van energiekosten, welbevinden en hogere waarde van vastgoed.

Rotterdamse rekensommen tonen aan dat investeringen van € 10.000 in waterbergende groeiplaatsen voor bomen na zestig jaar terugbetaald zijn aan de stad in baten, en er al na tien jaar een groter, gezonder kroonoppervlak is ten opzichte van bomen in een standaardgroeiplaats.

Ruimtegebrek
De stad is vol, er is te weinig ruimte. Echt? In de natuur zijn alle functies op alle plekken aanwezig. We moeten dus functies stapelen, en naar ‘en-en’ ontwerpen toe in plaats van ‘of-of’. Een voorbeeld: zichzelf verkoelende kunstgrassportvelden met regenwaterberging en geïntegreerde energiewinning voor het verwarmen van de douches, op het dak van een parkeergarage.

Er is veel meer kennis en techniek dan we denken. Experimenteer en demonstreer!

Just do it
Ja, maar dat kan nog niet? Nee, er is veel meer kennis en techniek dan we denken. Experimenteer en demonstreer! In een pilothuis in Boskoop wordt gedoucht met regenwater en zuiveren ze zelf grijswater. Een ander mooi voorbeeld is het TKI-project Mannoury in Amsterdam-West waar Joris Voeten zelf bij betrokken was. ‘Op het blauw-groene biodiverse energiedak van dit hoogbouwcomplex koelt opgevangen regen via de verdamping van de planten de zonnepanelen, die daardoor meer energie produceren (in de zomer worden de panelen doorgaans veel te heet). Douchewater wordt in de kelder opgevangen en naar het dak gepompt voor filtratie in een in de daktuin geïntegreerd natuurlijk plantenfilter, om daarmee alle daken en balkons te irrigeren.

Leven staat gelijk aan onderhouden
Onderhoud van dit soort systemen wordt als ‘niet-sexy’ gezien. In de natuur geldt juist: leven staat gelijk aan onderhouden, zegt Voeten. ‘Betrek het onderhoud meteen vanaf het begin van het project. Onderhoud is geen last, maar respectvol rentmeesterschap. Zie het als een eer om de stad voor de generaties na ons zorgvuldig te behouden’.

En wat kunnen de deelnemers aan deze deelsessie zelf doen richting natuurinclusiviteit en klimaatadaptatie?

  1. Overtref de regels: ga van het minimale in het Bouwbesluit/BL naar echte multifunctionaliteit.
  2. Leg de lat hoog: wacht niet af, maar verwacht meer. Ook van jezelf en je eigen organisatie. Onze huidige standaarden zijn ondermaats in vergelijking met wat er allemaal al KAN.
  3. Innoveer indien nodig en kijk niet teveel om, want die kant ga je niet op.
  4. Onderzoek, ontwikkel en verbind en leer, inspireer en doceer.
  5. Ga van beschouwen naar bouwen, bedenk bij alles ‘wat is goed voor de stad, voor de mensen, voor de bodem, biodiversiteit en water en vooral: wat is goed voor de stad van mijn kleinkinderen’.

Download de presentatie van Joris Voeten

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.