Opschaling van natuurinclusieve opgave in Rotterdam - KAN bouwen

Opschaling van natuurinclusieve opgave in Rotterdam

Als we echt impact willen maken met natuurinclusieve gebiedsontwikkelingen, dan moeten we – liefst zo snel mogelijk – gaan coördineren en regisseren op een projectoverstijgend niveau. Grote gemeenten kunnen hierbij het voortouw nemen. De gemeente Rotterdam geeft nu al het goede voorbeeld.

De onlangs verschenen studie De groenblauwe groeidiamant van de gemeente Rotterdam wil concrete handvatten geven aan een integrale vergroeningsstrategie voor de stad. Het samenbrengen van een verscheidenheid aan (meetbare) indicatoren is daarbij een belangrijke stap. Een betere onderbouwing van investeringen in groen en blauw draagt immers bij aan goede besluitvorming.

Waarde inzichtelijk maken
Er is volgens de studie behoefte aan een compleet en makkelijk hanteerbaar instrument dat de waarde van de groenblauwe structuur inzichtelijk maakt. Bestaande instrumenten hebben allerlei hiaten, zoals het schaalniveau waarvoor ze te gebruiken zijn, of een gemis aan gebiedspecifieke parameters. Het is een hele uitdaging om alle indicatoren in één instrument samen te voegen, bijvoorbeeld vanwege haperende methodieken en meeteenheden. Neem de maatlat voor bomen: het aantal bomen versus het aantal vierkante meter kroonoppervlak van bomen. In sommige gemeenten is een uitgebreide dataset aanwezig die het bomenbestand op deze manier in kaart brengt. Zo’n dataset is echter beperkt tot de openbare ruimte. Bomen op privé terrein blijven dus buiten beschouwing, terwijl de natuur zich van dit onderscheid bar weinig aantrekt.

Vergroeningsopgave en participatie
Centraal in de studie staat de vergroeningsopgave en het versterken van ecosysteem-aspecten, zoals het vergroten van de biodiversiteit. Flip van Keulen (Programmamanager en directieadviseur “Bodem, Ondergrond & Leefomgeving”, Ingenieursbureau, Gemeente Rotterdam) voegt hier nog een aantal actuele bestuurlijke overwegingen aan toe:

“Met de komst van de nieuwe Omgevingswet worden de wensen en behoeften van de inwoners en andere gebruikers meer centraal gezet bij het uitzetten van beleid voor de openbare ruimte. Daarnaast wordt door de ratificatie van het VN gehandicaptenverdrag ondermeer gesteld dat de openbare ruimte voor iedereen zo toegankelijk moet zijn dat iedereen (met en zonder hulpmiddelen) zich vrijelijk en met genoegen moet kunnen bewegen in deze openbare ruimte. Beide wetgevingen zorgen voor een grote uitdaging voor beleidsmedewerkers om deze uitgangspunten met daarnaast ook bijvoorbeeld de energietransitie en klimaatadaptatie te verwerken als één geheel bij de inrichting van de openbare ruimte.”

Rotterdam gaat voor groen
Op korte termijn zet de gemeente Rotterdam al stevig in op vergroening. Het huidige coalitieakkoord (2018-2022) gaat uit van toevoeging van 20 hectare groen. Er zijn 7 icoonprojecten aangekondigd die moeten bijdragen aan vergroening van de stad in combinatie met de woningbouwopgave. Deze projecten zijn gericht op “het verlagen van hittestress, de opvang van hevige regenbuien en woningen bouwen op plekken waar het tot nu toe niet mogelijk is vanwege geluidshinder of luchtvervuiling. Maar ook meer ruimte voor verblijven, ommetjes maken en recreëren.” Het gaat om grootschalige projecten als Hofplein, Westblaak, Prins Alexanderplein, Hofbogenpark, Park Maashaven, Schouwburgplein, Rijnhavenpark, Rivieroeverpark Feyenoord. Zie voor meer informatie het programma ‘Rotterdam gaat voor groen‘.

Het is bekend dat een verhoging van de biodiversiteit profijtelijk is voor de economie. Dit is echter niet zo simpel uit te drukken in geld. Toch is inmiddels bekend dat verlies van biodiversiteit uit te drukken is in een financieel risico. Een feit is dat de Nederlandse financiële instellingen maar liefst 510 miljard euro aan financieringen hebben uitstaan aan bedrijven welke afhankelijk zijn van ecosysteemdiensten (DNBulletin, 2020).

Biodiversiteit
In 2020 is het Programma Biodiversiteit van de gemeente Rotterdam gestart, inclusief een Uitvoeringsagenda Biodiversiteit. De ambitie is om de biodiversiteit van de stad in alle Rotterdamse biotopen te herstellen, te behouden en waar mogelijk te versterken. Dat geldt ook voor de relatie met duinen, delta en omliggende poldergebieden.

Rotterdam heeft nog geen monitoringsinstrument voor biodiversiteit, maar is hier wel mee bezig. Er wordt onder andere gekeken naar Yule’s index, naar de aanpak van de gemeente Utrecht, die met behulp van de Singapore City Biodiversity Index (CBI) de biodiversiteit van de stad Utrecht heeft bepaald, en naar de Natuurpuntencalculator van Sweco. De City Biodiversity Index lijkt een goede meetmethode voor het bepalen van de biodiversiteit in de gehele stad, inclusief het beleid van de gemeente. De natuurpuntencalculator zal eerder van pas komen wanneer een bepaald gebied ontwikkeld wordt, om te kijken of de herontwikkeling een positief effect zal hebben op de biodiversiteit.

Passende maatregelen op buurtniveau
Er is een hele reeks stressoren, zoals hittestress, droogte, wateroverlast, ziektes en bodemdaling, die allemaal een negatief effect kunnen hebben op de gebouwde omgeving en het welzijn van de stedeling. Op lokaal niveau varieert de impact van die stressoren, omdat de ruimtelijke kenmerken per buurt nogal kunnen verschillen. Dit betekent dat er per buurt passende maatregelen moeten worden gevonden die aansluiten bij de bewoners.

Door een gebied als case study te nemen kunnen gebiedsgericht aanbevelingen worden gedaan over de groenblauwe structuur in relatie tot stadsdeel, stad en regio. Om meer grip te krijgen op deze dynamiek worden in de studie twee Rotterdamse wijken met elkaar vergeleken die ruimtelijk sterk van elkaar verschillen. De wijk Reyeroord, een typische jaren ‘60 wijk met veel groene ruimte en watervoorzieningen, en Bospolder-Tussendijken, een vooroorlogse wijk met weinig groen, smalle straten en weinig openbare ruimte.

Download de studie De groenblauwe groeidiamant

Tekst: Anton Coops