“Volwassen bomen leveren meer dan 60.000 euro aan baten op”
Verslag van het KAN Café met Joost Verhagen, boomdeskundige en directeur van Cobra Groeninzicht – door René Didde
Op de vooravond van het feest van de Spaanse bisschop van Myra heeft het maandelijkse KAN-café Joost Verhagen op bezoek, directeur van Cobra Groeninzicht, bijgenaamd de Boominee. Verhagen, bomendeskundige en ‘big green data-strateeg’, opereert met een missionaire bevlogenheid vanuit een zelfverbouwde kerk.
Naar eigen zeggen mag hij graag een donderpreek afsteken, maar hij is deze middag een bekeerling van de stroming van de rekkelijken. ‘Ik kom jullie geen groene biecht afnemen’, zegt Verhagen tegen KAN-cafébaas Coen van Rooyen, in het dagelijks leven directeur WoningBouwersNL, en tafeldame Claudia Bouwens, programmaleider van het KAN-platform. Onderwerp van vanmiddag is, hoe kan het ook anders: bomen.
Maar eerst het natuurmoment van de laatste maand. Claudia Bouwens was aan de westzijde van Amsterdam-Centrum, op het GWL-terrein voor een KAN leertraject. ‘Op dit met laag- en hoogbouwappartementen herbestemde oude waterleidingterrein groeide midden in een moestuin stekelige kaardenbollen waar puttertjes van houden. En alsof het was geregeld, zaten daar twee puttertjes.’
Joost Verhagen vindt eigenlijk elke dag buiten een feest. ‘Ik kom in mijn werk wel veel gemolde natuur en beschadigde bomen tegen, maar een fraai moment was een stokoude beuk, ingezakt en zonder bomenkroon. Deze beuk, in een bospark bij ‘t Loo in Apeldoorn, ontwikkelde echter vlak boven de grond twee enorme takken. Vitaal voor zo’n ingezakt mannetje!’
De lessen van Joost Verhagen
- De baten van een volwassen boom zijn enorm: fijnstofvanger, waterafvanger, biodiversiteit, verkoeling. Gedurende zijn leven loopt dat op tot soms meer dan € 60.000;
- Vanaf 35 jaar begint een boom pas een serieuze bijdrage te leveren aan onze leefomgeving in de vorm van baten. Dat is tevens de gemiddelde leeftijd van een stadsboom. Koester dus volwassen bomen;
- Kap je een boom van 60 jaar oud, dan moet je tot wel 400 nieuwe boompjes planten om de verloren hoeveelheid ecosysteemdiensten te compenseren. “Je kunt geen tijd planten”;
- Neem daarom bestaande volwassen bomen mee in nieuwbouwplannen;
- Stel nuchtere doelen: in een historische binnenstad zijn groene normen en richtlijnen minder haalbaar dan in buitenwijken;
- Stel een Minister voor Groene Infrastructuur aan om richting te geven voor de lange termijn.

De Brabantse bomendeskundige toonde zijn bevlogenheid al in zijn jonge jaren. ‘Pa was brandweerman en was graag buiten. Ik zat als onhandelbaar kind op een eliteschool waar ik in mijn overalletje de planten verzorgde.’ De vurige wens om groene elementen zichtbaar te maken, werd aangewakkerd op de middelbare tuinbouwschool waar hij als hovenier begon. ‘Op een gegeven moment stond er een monumentale boom op de cover van het blad Bomen. Helemaal verstierd, stond erbij. Ik dacht, ‘wacht es, die heb ik gesnoeid. Ik heb iets fout gedaan.’’
Verhagen ging naar de bosbouwschool in Velp en belandde bij Copijn in Utrecht waar hij de onderzoeksafdeling opzette. ‘Totdat ik in 2000 dacht lekker een eenmansbedrijf te beginnen in het boomonderzoek. Lekker de hele dag bezig met bomen, zelf mijn agenda bepalen. Tja, dat is helemaal mislukt. Ik heb nu veertig mensen in dienst, zit merendeel binnen en mijn agenda wordt bepaald door mijn secretaresse.’
Vanaf 2030 moet groen areaal aantoonbaar groeien
Gevraagd naar de betekenis van de Europese Natuurherstelwet, geeft Joost Verhagen een simpel antwoord. ‘Gemeenten moeten vanaf 2024 een nulmeting op basis van satellietbeelden doen naar het groen dat zij hebben in de vorm van ‘boomkroonbedekking’ en ‘groen gebied’. Dat moeten ze behouden. Vanaf 2030 moet dit groene areaal aantoonbaar groeien.’
Een van de argumenten waarmee de Boominee probeert gemeenten te motiveren, is te wijzen op baten van de bomen. ‘Bomen vangen fijn stof weg, dempen geluid, verkoelen en geven schaduw. Ze herbergen insecten en vogels en vangen water af. Ze maken mensen gelukkig. En weet je hoeveel deze gratis geleverde ecosysteemdiensten waard zijn? Een volwassen boom is gedurende zijn leven goed voor meer dan € 60.000. Tien bomen doen dus zes ton!’

Groene stip op de kaart
Bomen leveren deze diensten helemaal voor niets, mits ze maar de nodige ondergrondse wortelruimte en bovengrondse boomkroonruimte krijgen. Bomen moeten over een goede groeiplaats beschikken. En daar schort het maar al te vaak aan, aldus Verhagen. ‘Bomen zijn te vaak een groene stip op een kaart. Als dat in de praktijk toevallig een monumentale boom blijkt te zijn en er kan bij de aanleg van een fietspad geen machine langs, dan zaagt een aannemer een flinke hap uit de stam’, toont de Boominee op een ongelofelijke foto. Ook blijken bomen vaak een sta in de weg bij leidingen, kabels en rioolrenovatie. Daar komt nog bij dat de klimaatverandering zijn tol eist. ‘Vooral inheemse soorten zoals de beuk en eik kunnen de warmte in de stad door hitte-eilanden en de droogte niet bijbenen.’ Verhagen legt daarbij ook een verband met ziekten als de essentaksterfte en kastanjebloedingsziekte.
Er zit bovendien een spanning tussen bomen en wonen. ‘Het realiseren van de juiste hoeveelheid boomkroonbedekking staat haaks op de intensiteit van de woningbouw’, zegt Verhagen. In de 3+30+300-regel van Cecil Konijnendijk staat 30 voor het percentage boomkroonoppervlak. ‘Dat komt dus neer 3000 m² per hectare’, legt Verhagen uit. ‘Er zijn niet veel bouwprojecten die dat halen. Uitzicht op 3 grote bomen is ook al lastig. Nabijheid van een park of bossage binnen 300 meter is nog de makkelijkste van de vuistregel.’
In een historische binnenstad is geen ruimte om alle panden aan de 3+30+300-regel te laten voldoen. Maar je moet daar wel de bestaande bomen koesteren
Casus: Heiloo
Uit een kaart van Heiloo blijken de tekortkomingen van de 3+30+300-regel. Volgens de Bomennorm van 2,2 m³ boomkroonvolume per vierkante meter landoppervlak, zou Heiloo 3100 bomen moeten bijplanten binnen de bebouwde kom. Toch vindt Joost Verhagen dit alles ‘niet per se zorgelijk’. Je moet nuchter je doelen stellen. ‘In een historische binnenstad is geen ruimte om alle panden aan de 3+30+300-regel te laten voldoen. Maar je moet daar wel de bestaande bomen koesteren.’

Ook over platanen is de Boominee vergevingsgezind. ‘Platanen zijn ecologisch gezien niet de meest waardevolle bomen. Maar reken maar dat ze niet worden overgeslagen door vogels, vleermuizen of kleine zoogdieren. Platanen zijn prachtige klimaatbestendige bomen die uitstekend passen in onze leefomgeving.
Slechts 35 jaar oud
Want een andere wetenswaardigheid is dat de gemiddelde straatboom in Nederland slechts 35 jaar oud wordt. ‘En 35 jaar is precies te leeftijd waarop een boom serieus zijn gratis diensten gaat leveren’, zegt Joost Verhagen. ‘Ook dan pas is zo’n stadsboom CO2-neutraal en gaat de boom meer CO2 vastleggen dan hij uitstoot. De boom eerder kappen, is hetzelfde wanneer je op je nieuwbouwhuis de pannen gaat leggen en ondertussen alvast begint met slopen.’
‘Je kunt ook geen tijd planten’, zegt Joost Verhagen. Met andere woorden, je kunt proberen een gekapte boom te compenseren door aanplant van nieuwe boompjes, maar de tijd die nodig is om zogenoemde dendromicrohabitats te krijgen, kun je niet planten. ‘Elk jaar boven de 35 telt. Kap je een boom van 60 jaar oud, dan heb je 400 nieuwe boompjes nodig om de verloren gegane ecosysteemdiensten te compenseren.
Wat kunnen ontwikkelaars, bouwende bedrijven en corporaties hier mee, willen Coen van Rooyen en Claudia Bouwens weten. ‘Neem de bestaande bomen mee in nieuwbouwplannen. Probeer ze te sparen. Probeer voorts de 30% boomkroonoppervlak zo snel mogelijk te halen. Liefst bij aanplant al grote bomen. Het geeft het snelst verkoeling en je voldoet sneller aan de ‘3-regel.’ Dat is het beste als je uitgaat van een gezonde leefomgeving.’ Laat je de biodiversiteit prevaleren, dan zijn bomen in een aparte plot als ecobosje slimmer en kun je met kleinere boompjes beginnen. ‘Doe er dan meteen een wandelpad en bankje bij, want dan scoor je direct op de 300-regel.’
Voor een boom die groot en oud moet worden, gaat het om ongeveer 40 kuub doorwortelbare ruimte, liefst zonder kabels en leidingen
Ondergrondse ruimte
Met welke maar bomen je begint, hangt dus af welke doelen een gemeente stelt. Realiseer je wel als een gemeente zegt ‘duizend of tienduizend bomen erbij’, dat dit ondergrondse ruimte kost. ‘Voor een boom die groot en oud moet worden, gaat het om ongeveer 40 kuub doorwortelbare ruimte, liefst zonder kabels en leidingen. En volg ze in de tijd.’ Dat laatste kan interactief. Verhagen toont een kaart met geplante en bestaande bomen in een wijk. Je ziet hoe de groene stippen groter worden en de ecosysteemdiensten toenemen van 2025 tot 2030 of 2040. ‘Als je goede plantplekken hebt gekozen, gaat het vaak vanzelf.’
Welke drie stappen moeten worden gezet in 2026, vraagt Van Rooyen. ‘Weet wat je hebt, dus kijk naar je nulmeting boomkroonbedekking of boomkroonvolume. Kijk vervolgens naar je opgave en stel reële ambities. En ten slotte: sluit zoveel mogelijk aan bij andere thema’s zoals gezondheid, klimaat en biodiversiteit.’
Stel een speciale Minister voor Groene Infrastructuur aan om richting te geven voor de lange termijn, net zoals we dat doen met elektriciteit, water en internet.
Politieke bestuurstermijn matcht niet met ‘boomtijd’
En als je terugkijkt, over tien jaar? Wanneer was het een succes? Hier toont de Boominee zich pessimistisch. ‘Er is geen gelijk speelveld voor bomen en groen, vergeleken met bijvoorbeeld de energietransitie of woningbouwopgave. En verder ben ik niet optimistisch door de politieke bestuurstermijn van vier jaar. Dat matcht totaal niet met ‘boomtijden’ waarbij je vaak decennia vooruit moet kijken.’
De traditionele boodschap aan de Minister (in dit geval aan de informateur) luidt dan ook ‘Stel een speciale Minister voor Groene Infrastructuur aan om richting te geven voor de lange termijn, net zoals we dat doen met elektriciteit, water en internet.’ Het KAN-café boomt verder in het nieuwe jaar. Donderdag 15 januari, 13.00 met Marc Ravesloot van Wageningen Universiteit over CSI trees. Welke bomen zijn toekomstbestendig in Nederland?