Bouwen aan een goed stadsklimaat: tips en mythes - KAN bouwen

Bouwen aan een goed stadsklimaat: tips en mythes

Verslag van het KAN Café met Sanda Lenzholzer (Wageningen Universiteit) – door René Didde

Trouwe volgers van het KAN Café keken op van het bij wijze van experiment veranderde format. De editie van 4 september begon met een kort hoorcollege van de gast; landschapsarchitect en stedenbouwer Sanda Lenzholzer. De Wageningse hoogleraar belicht het actuele thema van het stadsklimaat, een onzichtbaar maar toch voor iedereen voelbaar fenomeen, vooral ten tijde van hittegolven.

‘Een luchttemperatuur van 21 graden kun je als aangenaam beschouwen, maar er is veel meer’, begint Lenzholzer. ‘Ook andere fysische factoren als zonnestraling, wind en warmtestraling zijn belangrijk. In de schaduw is het koeler, een briesje biedt verkoeling. Stenen nemen zonnestraling op, waardoor ze ook ver na zonsondergang warmte afgeven. Dat gebeurt bij verticale objecten zoals muren en op horizontale structuren zoals straten. De sky view-factor is groter naarmate de bebouwing dichter is en zorgt voor het vasthouden van de warmtestraling en creëert navenant hogere luchttemperaturen. De nachttemperatuur is belangrijk voor nachtrust.’ De aanwezigheid van groen in het stedelijk weefsel, zoals parken, maakt dat de temperatuur kan dalen.

De lessen van Sanda Lenzholzer

  • Bij het klimaat van de stad spelen veel meer factoren dan alleen de luchttemperatuur. Zonnestraling, warmtestraling en wind zijn minstens zo belangrijk.
  • Meer groen in de stad en ontstening is altijd goed, maar niet elke boom staat op de juiste plaats. Zo kunnen bomen langs een drukke autostraat luchtverontreiniging vasthouden. Bomen kunnen ook verkoelende briezen op warme plekken tegenhouden.
  • Water als verkoelend element is vaak een mythe. Grachten, beken en vijvers verdampen weinig, zeker als ze niet stromen en ondiep zijn. Ze hebben geen noemenswaardig effect.
  • Meer kleinere parkjes hebben een verkoelender effect op de stad dan één groot park. Ze hebben meer randen en deze overgangen blijken cruciaal.
  • Groene daken werken verkoelend, maar een sedumdak is niet erg effectief.
  • Kijk uit met weerkaatsing en lichte tinten bestrating of bebouwing. Mensen kunnen bestraald en verblind worden.

Bouwers hebben invloed op het klimaat in de stad. Lenzholzer schetst oplossingen, zoals permanente vormen als arcades en overdekte pleinen. Ze noemt ook flexibele oplossingen als parasols, gordijnen en zonneschermen. Ook groen is een oplossing. ‘Bomen bieden schaduw en verkoeling door verdamping, maar ze moeten wel met beleid worden geplaatst’, zegt de landschapsarchitect. ‘In een straat met veel verkeer kunnen ze luchtverontreiniging vasthouden.’ Ook water kan werken in de openbare ruimte. Fonteinen en vernevelaars bevorderen verdamping en werken daardoor verkoelend. Toch is water omgeven met mythes, stelt Sanda Lenzholzer. ‘Grachten, beken en vijvers verdampen weinig, zeker als ze niet stromen en ondiep zijn. Ze hebben geen noemenswaardig effect en grote waterlichamen kunnen juist warmte vasthouden.’ Sowieso is de rol van water overschat, vindt ze. Eilanden in een rivier sorteren weinig effect. Grotere wateroppervlaktes met planten die ook water verdampen, zoals rijstvelden in Japan hebben windafzijdig wel enige koelend effect, blijkt uit onderzoek.

Mythe: water heeft géén verkoelend effect. Bomen, groene muren en daken daarentegen wél. Maar kijk uit met lichte tinten.

Onttegelen en vergroenen
Wat zeker werkt, is onttegelen en het aanbrengen van groen tussen de tramrails. Groen zorgt voor meer verdamping én meer biodiversiteit. Groene daken werken ook, zeker in combinatie met wateropvang. Maar ook hier is sprake van een mythe. ‘Een sedumdak met lavagruis koelt amper doordat er een donker, warmte vasthoudend substraat is en de vetplantjes nauwelijks water verdampen.’

In lichte tinten geschilderde gevels hebben een verkoelend effect door weerkaatsing. Ook houten gevels (die veel meer lucht bevatten dan steen en beton) en groene gevels zijn beduidend koeler dan donkere en zware stenen. ‘Kijk echter bij weerkaatsing, bijvoorbeeld door spiegelend glas uit voor verblinding en voor brandpunten. Er zijn voorbeelden bekend dat het dashboard van een auto smolt.’ Onderzoek in Engeland wijst uit dat lichte bestrating en een lichte plint een negatief effect heeft op de mensen die op straat lopen. ‘Ze krijgen door reflectie de volle laag. Dan zou een donkere steen op de begane grond en een lichtere kleur steen op de hogere verdiepingen uitkomst bieden.’

Q & A
Dan komen gastheer Coen van Rooyen (directeur WoningBouwersNL) en tafeldame Claudia Bouwens (programmaleider van het KAN Platform) ook in beeld. In Zuid-Frankrijk heb je het koel in smalle steegjes. Maar deze smalle straatprofielen kunnen we vanwege een andere zonnestand in Nederland niet zomaar toepassen’, antwoordt Sanda Lenzholzer op een vraag van Coen van Rooyen wanneer ze aan tafel is aangeschoven. Lenzholzer noemt ook haar mooiste natuurmoment van augustus. ‘Ik was op een hoogte van 3000 meter en toch groeiden daar, ver boven de boomgrens, lariksen. Vanuit een door vogels aangelegd depot van zaden is er wat verwaaid en ontstonden uit organisch materiaal plots boompjes.’

Er is een waslijst aan vragen van het publiek over het stadsklimaat. Boeiend, maar ook lastig te structureren. Zo leren we dat kleine parkjes meer effect hebben dan één groot park. ‘De randen in de overgang van bebouwing naar groen zijn cruciaal om de luchttemperatuur te temperen’, zegt Sanda. ‘Hoe meer randen, hoe beter.’ Ook is het van belang dat bouwers en ontwerpers de hoofdrichting van de wind tijdens hittegolven doorgronden. Deze luchtstromen kunnen voor ventilatie zorgen. De klimaateffectatlas zou de windpatronen in verschillende weersituaties moeten weergeven.’

Door bomen strategisch te plaatsen wordt de koele avondbries niet geblokkeerd

Zet bomen op de juiste plaats
Meer groen in de stad is bijna altijd goed. Ook hier benoemt Lenzholzer een mythe. ‘Het hangt van de soort boom af en vooral of de boom op de juiste plaats staat en bijvoorbeeld ventilatie blokkeert. ‘Ontwerpers en bestuurders moeten zich hiervan meer bewust worden.’ Dat groen kan tijdens langdurige droge periodes overleven door ondergrondse regenwateropslag. Het kan ook op kleine schaal, zoals het vasthouden van water rond boomspiegels, zoals in het Cromvlietpark in Den Haag wordt bewezen. ‘Nederland moet op veel grotere schaal de sponswerking van de bodem herintroduceren of aanleggen. Elke stad moet eigen specifieke maatregelen nemen, afhankelijk van de lokale bodem- en watercondities.’

De traditionele boodschap aan de minister van Sanda Lenzholzer luidt: ‘Ook al is het op dit moment geen favoriet politiek thema, toch is het van belang om meer klimaatadaptief te bouwen en bij de (her)inrichting van het hele land bodem én water én klimaat als uitgangspunt te nemen.’

Volgende KAN Café vindt plaats op donderdag 2 oktober. Tuinontwerpster Esther den Braven vertelt over hoe bewoners met hun tuin de wijk meer klimaatrobuust kunnen maken.

Download de presentatie van Sanda Lenzholzer

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.