Wickevoort (Cruquius, Haarlemmermeer) en klimaatadaptatie - KAN bouwen
Haarlemmermeer

Wickevoort (Cruquius, Haarlemmermeer) en klimaatadaptatie

Wickevoort is een landgoed waar buiten leven in de Randstad centraal staat. AM heeft zich hier ten doel gesteld een landgoed te ontwikkelen dat 100% klimaat-­ en energieneutraal is en waar de bewoners echt onderdeel zijn van een gezonde en ‘groene’ leefstijl. Dit vertaalt zich in klimaat-maatregelen zoals het behouden en toevoegen van beplanting. Maar bijvoorbeeld ook het beheer door de parkbeheerder en stadsboer en de gebiedsprogrammering met een manege, boerderij en kas.

Adviesbureau Merosch heeft drie groen-blauwe projecten van gebiedsontwikkelaar AM getoetst op klimaatadaptieve eisen uit het convenant Klimaatadaptief Bouwen van de provincie Zuid-Holland. De resultaten van het onderzoek zijn gebundeld in deze whitepaper. Het gaat om de projecten Wickevoort (Cruquius, Haarlemmermeer), De Omloop (Utrecht) en IMAGINE (Rotterdam). Zie ook deze inleiding.

Wickevoort in cijfers
Oppervlakte: 63 hectare
750 woningen voor verschillende doelgroepen
40 procent uitgeefbaar, 60 procent landbouw, parklandschap, bos, water
Wickevoort fase 1 is gerealiseerd, fase 2 en 3 zijn in ontwikkeling

Uitvraag door de gemeente
De eisen ten aanzien van klimaatadaptatie zijn ingegeven door het vigerend beleid van de gemeente Haarlemmermeer en door de watertoets van het waterschap. Deze publieke lat is door AM zelf hoger gelegd als het gaat om de toepassing van klimaatadaptatieve maatregelen.

Klimaatmaatregelen in het project
Hemelwaterafvoeren van daken worden afgekoppeld van het rioolstelsel en waar mogelijk is de verharding waterdoorlatend. Hierdoor kan het regenwater infiltreren en gebufferd worden waardoor wateroverlast en hittestress tot een minimum worden beperkt. Ook bewoners dragen hieraan bij: voor de tuinen wordt slechts voor een deel verharding toegestaan, het overige deel blijft groen met een diversiteit aan beplanting. Alle erfafscheidingen tussen de tuinen en het openbaar gebied bestaan uit levende, natuurlijke of ecologische afscheidingen.

De (landschaps)architectuur draagt altijd bij aan een harmonieuze overgang tussen het wonen en de natuur op Wickevoort. Daarom is het landgoed als natuurinclusief bestempeld; zowel op woningniveau als op het gehele inrichtingsplan zijn er voorzieningen en is natuureducatie mogelijk. Er zijn nestplekken voor kleine zoogdieren, vogels en insecten. Het wormhotel is daar een bijzonder voorbeeld van.

Toetsing door Merosch
Het door Merosch getoetste project betreft fase 1 van Landgoed Wickevoort. Dit is een gebied van circa 22 hectare, met grondgebonden woningen en enkele lagere appartementengebouwen. Het gebied is ruim opgezet met veel groen, een bosstrook en een watergang.

Bij een gebiedsontwikkeling is het gemakkelijker om voldoende waterberging te realiseren dan bij de ontwikkeling van een enkele kavel. Dit is duidelijk het geval in Wickevoort Fase 1. Met de toevoeging van de watergang is er in het gebied voldoende capaciteit om het water van piekbuien te bergen. De ondergrond van het plangebied bevat ook een aflopende gradiënt waardoor het water richting de watergang wordt geleid. Dit zijn geschikte manieren om op gebiedsniveau wateroverlast te voorkomen.

De eisen omtrent wateroverlast lijken dus inderdaad haalbaar te zijn voor ontwikkelingen op
gebiedsniveau. Ook wat betreft droogte worden de eisen van het Convenant Klimaatadaptief Bouwen moeiteloos gehaald in Wickevoort. Dit hangt voornamelijk samen met de intrinsieke kenmerken van het gebied: de grondwaterstand is niet té laag en regenwater infiltreert snel in de zanderige ondergrond waardoor het grondwater op peil blijft en droogte zo goed mogelijk wordt beperkt. Het ontwerp van Wickevoort draagt hierin bij door relatief veel oppervlak van het gebied een groene invulling te geven zodat regenwater gemakkelijk kan infiltreren in de ondergrond.

De eis van ‘50 procent schaduw’ blijkt aan de hoge kant te zijn voor een gebiedsontwikkeling. Deze eis wordt in Wickevoort met name behaald door de bosachtige delen van het plangebied, waar geen huizen staan. Zo is een aantal bosachtige delen ontworpen en zijn bomen langs wegen geplaatst. Wanneer het alleen om de straten en pleinen gaat, zou de eis vermoedelijk niet gehaald zijn. In gebieden met minder bosrijke delen kan niet voldoende schaduw worden gecreëerd; de doelstelling van 50 procent schaduw op straat is erg lastig te halen.

Overstroming
In Wickevoort bestaat verder de kans van één keer in de 1.000 jaar op een overstroming tot 0,5 meter boven maaiveld. Om de gebouwen hier bestendig tegen te maken, zou de vloer 20 cm boven het maaiveld geplaatst moeten worden en de stopcontacten 50 cm boven het maaiveld. In de plannen van Wickevoort liggen de vloer en de stopcontacten beide 5 cm te laag. Het convenant van de provincie Zuid­Holland schrijft echter niet voor hoe groot de kans op een overstroming moet zijn om maatregelen te nemen. Voor een gebouw met een verwachte levensduur van 100 jaar lijkt het niet erg relevant om maatregelen te nemen tegen een overstroming met een kans van eens in de 1.000 jaar wanneer de waterdiepte maar 20 cm is. Op dit punt zou het convenant aangescherpt kunnen worden, door voor te schrijven bij welke overstromingskans en waterdiepte er maatregelen toegepast moeten worden.

Een laatste opvallend punt zijn de ondergrondse parkeergarages in het gebied. Deze lijken het risico te lopen dat bij hevige buien hemelwater de garages in stroomt. De ingang loopt logischerwijs naar beneden en er is geen verhoogde ingang of drempel gerealiseerd. Ook liggen de garages op het laagste punt in het plangebied waardoor het regenwater richting het gebied van de garages zal stromen en het risico op overstromingen nog verder wordt vergroot. Dit is een les die geldt voor de hele sector en een aandachtspunt voor ontwerpers.

Tekst: AM/Merosch
Beeld: Diego Rosero, VenhoevenCS/AM