Samen KAN ambities realiseren: de 7 belangrijkste uitgangspunten - KAN bouwen

Samen KAN ambities realiseren: de 7 belangrijkste uitgangspunten

Het KAN platform krijgt regelmatig praktische vragen van partijen die meer werk willen maken van klimaatadaptieve, natuurinclusieve nieuwbouw. De vaakst gestelde vraag is: waar vind je een goed overzicht van alle aspecten waarmee je rekening moet houden als je een project of een gebied ‘KAN-proof’ wil maken?

Hieronder presenteren we een overzicht van – in onze ogen – de zeven belangrijkste uitgangspunten, met links naar een aantal verhelderende praktijkvoorbeelden. Als alle betrokken partijen deze zeven principes ter harte nemen, dan wordt ook jouw project een KAN-project. Daarmee zeggen we dus ook dat een goede samenwerking het fundament is voor een geslaagd KAN-project.  

De 7 uitgangspunten voor KAN projecten

  • Water en bodem zijn sturend;
  • Ontwikkel een Groenvisie voor je gemeente, met oog voor natuur én klimaatadaptatie;
  • Maak groen gelijkwaardig in je gebiedsontwikkeling;
  • Reserveer voldoende bodemoppervlak voor groen;
  • Regenwater zoveel mogelijk opvangen, schoonhouden, bufferen en vertragen;
  • Maak groenblauwe bouwplannen;
  • Verleid bewoners tot het aanleggen van groene tuinen.
Rijnvliet in Utrecht is een waterrijke gebiedsontwikkeling


1.  Water en bodem zijn sturend
Doelgroep: alle overheden en bouwpartijen

‘Water en bodem zijn sturend’ wil zeggen dat het bodem-watersysteem in de toekomst een doorslaggevende rol speelt bij de inrichting van Nederland, en de inrichting van jouw projectlocatie. Daardoor is ons land straks beter bestand tegen klimaatverandering, en we voorkomen dat de biodiversiteit verder onder druk komt te staan.

In een notendop: je gaat uit van de natuurlijke omstandigheden die je aantreft op de locatie. Je gaat uit van bodemgesteldheid en grondsoort, grondwater, waterlopen; het hele landschap. Je probeert de bodem minder af te dekken, minder te vergraven en niet te verontreinigen.

Met een Kamerbrief van 25 november 2022 werd het principe officieel geïntroduceerd. Het College van Rijksadviseurs heeft vervolgens in maart 2023 een belangrijke studie gepubliceerd: ‘Water en bodem sturend: Do’s & Don’ts – Een inventarisatie en verdiepend onderzoek naar projecten over water en bodem sturend’.  

‘Bodem en water sturend’ is zeker geen nieuw principe. In het verleden zijn al tientallen projecten op deze manier ontwikkeld. Denk bijvoorbeeld aan De Groote Wielen, ’s-Hertogenbosch, Schoonschip, Amsterdam-Noord of EVA-Lanxmeer, Culemborg

2. Ontwikkel een Groenvisie voor je gemeente, met oog voor natuur én klimaatadaptatie
Doelgroep: gemeenten

Maak groen gelijkwaardig in de planontwikkeling: geef dit thema evenveel aandacht als andere stedelijke functies, zoals wonen en mobiliteit. Zorg voor een stevig netwerk van groene en blauwe verbindingen, bestaand uit parken, volkstuinen en groenstroken. Laat de publieke en de private ruimte op elkaar aansluiten, stuur op minder verstening. Maak heldere visualisaties, die ervoor zorgen dat iedereen weet waar je met elkaar naar toe wil.

Enkele voorbeelden van inspirerende Groenvisies:

Amsterdam heeft eind 2020 een helder gestructureerde Groenvisie vastgesteld. Het is één van de bouwstenen voor de Amsterdamse Omgevingsvisie én voor de regionale Verstedelijkingsstrategie.

Het Bredaase Groenkompas heeft als ondertitel: “Koers naar de eerste Europese Stad in een park in 2030”. Het moge duidelijk zijn: Breda heeft een knalgroene ambitie bepaald.

De gemeente Arnhem heeft in 2018 al de Groenvisie 2017-2035 vastgesteld, en is daarmee een absolute koploper. Deze Groenvisie is een inspirerend document dat duidelijke lijnen uitzet.

EVA-Lanxmeer in Culemborg is een knalgroene wijk


3. Maak groen gelijkwaardig in je gebiedsontwikkeling
Doelgroep: ontwikkelaars en stedenbouwkundigen

Geef groen evenveel aandacht als de overige stedelijke functies, zoals wonen en mobiliteit. Breng aan het begin van je planproces voldoende ecologische kennis in om zo de kansen voor groen en water optimaal te kunnen benutten. Werk samen met landschapsarchitecten en/of stedenbouwkundigen die hun sporen hebben verdiend als het gaat om sturen op natuurwaarde en biodiversiteit.

Wees je bewust van de vele verschillende waarden die groen vertegenwoordigt voor een project: het is beter voor bewoners én voor de natuur, het woont prettiger en is goed voor de gezondheid. De omgeving is beter bestand tegen extreem weer en de luchtkwaliteit verbetert. En niet onbelangrijk: het is ook commercieel aantrekkelijk.

Mooie voorbeelden van projecten waar groen een integraal onderdeel is van het plan, zijn onder andere De Groene Kaap in Rotterdam en OAK in Eindhoven.

In Breda verrijst de nieuwe buurt Blossem; er is veel ruimte gereserveerd voor groen


4. Reserveer voldoende bodemoppervlak voor groen
Doelgroep: gemeenten, stedenbouwkundigen en ontwikkelaars

Het inzetten van groene daken, groene gevels, mooie binnentuinen en halfverharde parkeerplaatsen is nastrevenswaardig, maar als je echt effectieve meerwaarde wil creëren voor flora en fauna, en daarnaast ook nog impact wil hebben op de gezondheid van de bewoners, dan is dit gewoonweg onvoldoende. Om daadwerkelijk alle voordelen van natuurinclusief en klimaatadaptief bouwen te incorporeren in je plan heb je extra vierkante meters volle grond nodig. Reserveer die ruimte dus in je plan.

Voorbeelden van ontwikkelingen met veel ruimte voor groen:

GWL-terrein, Amsterdam is een ontwikkeling die eind jaren ‘90 werd opgeleverd. Het GWL-terrein is autovrij en het combineert een hoge dichtheid met veel ruimte voor natuur, moestuintjes, speelplekken enzovoort. De bewonerstevredenheid is er hoog. 

Blossem, Breda is nu nog een oud industrieterrein midden in Breda. Er wordt straks zoveel mogelijk ruimte gecreëerd voor mens en dier. Mede gedreven door de ambitie van de gemeente Breda om de eerste Europese ‘stad in een park’ te worden.

Reeve, Kampen is een compleet nieuw dorp in aanbouw, waterrijk en groen, aan de rand van de gemeente Kampen. Er worden op een unieke manier functies gecombineerd. Ontwikkelaar BPD noemt het ‘dijkwonen’.

Blauwgroen schuin dak: een fraai en fris gezicht


5. Regenwater zoveel mogelijk opvangen, schoonhouden, bufferen en vertragen
Doelgroep: gemeenten, stedenbouwkundigen, civiel ingenieurs en ontwikkelaars

Opvangen, bufferen en vertragen van regenwater is belangrijk om meer dan één reden. Vooralsnog willen we vooral het riool ontlasten bij heftige ‘klimaatbuien’ (een vakterm die nog niet in Van Dale is opgenomen). Maar als we wat verder in de toekomst kijken, houd dan ook rekening met scenario’s waarbij de opvang van regenwater voor huishoudelijk gebruik bij nieuwbouw mogelijk wordt voorgeschreven.

Vang regenwater zoveel mogelijk op met behulp van (groen)blauwe daken, in tanks of in de bodem. Houd het water schoon. Maak gebruik van wadi’s. Verhard alleen als het echt nodig is. Maak waar mogelijk gebruik van halfverharding. Grasstenen en doorlaatbare verharding zijn het laatste redmiddel.

De KAN-themagroep Verharding en Beheer heeft onder de bezielende leiding van Floris Boogaard (Hanzehogeschool, Deltares, Global Centre on Adaptation) over al deze punten veel relevante kennis verzameld en besproken. Op korte termijn verschijnt er een uitgebreide KAN-publicatie over dit onderwerp. 

Een mooi voorbeeld van wat er mogelijk is op het gebied van slimme retentiedaken is het project De Lorentz in het Leidse stationsgebied.

Ecoloog Maikel Aragon van den Broeke (TAUW BV) is onder andere betrokken bij Merwede, Utrecht

6. Maak groenblauwe bouwplannen
Doelgroep: ontwikkelaars

Het maken van een groenblauw bouwplan begint met een eenvoudige en (bijna) vanzelfsprekende stap. Zorg ervoor dat er zo vroeg mogelijk een ecoloog aan tafel zit. KAN deelnemers weten het: dit is letterlijk een open deur én de snelste route naar een hoogwaardig groenblauw plan.

Hiltrud Pötz, de auteur van het inspirerende referentieboek Groenblauwe netwerken, scherpt dit advies nog wat verder aan. Volgens Hiltrud begint een succesvolle groenblauwe ontwikkeling met een integraal proces. In het KAN Café zei ze hierover:

“Als je integraal wil ontwerpen is het absoluut nodig dat je, nog voordat de eerste lijnen worden uitgezet, in een multi-disciplinair team samen bedenkt wat de doelen zijn die je wil behalen, en hoe je dat conceptueel het beste kunt aanpakken.”

In de afgelopen jaren zijn er heel wat checklists, handreikingen en websites ontwikkeld die kunnen helpen bij het maken van een goed doordacht groen-blauw bouwplan. De drie onderstaande tools moet je beslist even bekijken.

1. De praktische, laagdrempelige en mooi vormgegeven Gids natuurinclusief ontwerpen is speciaal geschreven voor projectontwikkelaars. Alle belangrijke onderwerpen komen in een logische volgorde aan bod. Voor elke fase van het ontwikkelproces worden de stappen en ontwerpkeuzes inzichtelijk gemaakt. De gids bevat ook een checklist en informatie over een flink aantal doelsoorten.

2. De Leidraad Klimaatadaptief Bouwen 2.0 van de provincie Zuid-Holland, Metropoolregio Amsterdam, Provincie Utrecht en Provincie Gelderland is een hulpmiddel voor overheden én marktpartijen bij klimaatadaptief ontwikkelen, ontwerpen en bouwen. De leidraad is te vinden op bouwadaptief.nl.

3. De herziene Handreiking decentrale regelgeving klimaatadaptief en natuurinclusief bouwen, inrichten en beheren van het ministerie van BZK laat aan de hand van concrete voorbeelden zien hoe klimaatadaptief en natuurinclusief bouwen, inrichten en beheren ‘geregeld’ kunnen worden door lagere overheden. Na een inleiding over het samenspel tussen overheid en markt volgt een serie factsheets over hittestress, droogte, gevolgbeperking overstroming, wateroverlast en biodiversiteit/natuurinclusiviteit. Inderdaad: de thema’s die we ook kennen van de landelijke Maatlat.

7. Verleid bewoners tot het aanleggen van groene tuinen
Doelgroep: ontwikkelaars en bewoners

Privétuinen beslaan in Nederland ongeveer 50.000 hectare. In nieuwbouwwijken gaat het in totaal om een derde van die oppervlakte. Hoe zorgen we ervoor dat dit areaal zoveel mogelijk klimaatadaptief en natuurinclusief wordt ingericht? Oftewel: hoe kunnen we de volledig betegelde ‘badkamerlook’ een halt toeroepen?

Het KAN platform heeft sinds 2020 een themagroep die aan dit vraagstuk werkt. In 2021 is er een handig stappenplan gepubliceerd dat je beslist moet lezen. Deze themagroep komt overigens nog steeds bij elkaar. Hieronder vind je drie verschillende aanpakken om bewoners te verleiden tot het aanleggen van een fraaie, onderhoudsarme, groene tuin met een minimum aan verharding. 

1. Heidezoom (VanWonen Vastgoedontwikkeling): kant-en-klare thematische tuinontwerpen
Voor het project Heidezoom in ’t Harde heeft ontwikkelaar VanWonen vijf verschillende tuinontwerpen laten maken door een hoveniersbedrijf. De thema’s van de ontwerpen: eetbaar, natuurinclusief, educatief, onderhoudsarm en infiltratie. Bij zo’n tuin hoort een begroting van circa 100 euro/m2; vaak goedkoper dan tegels.

2. De Coulissen (Blauwhoed): inspiratieboek met praktische, sfeervolle ontwerptips
Hoe ga je om met de scheiding tussen privétuin en openbare ruimte als je bouwt in een natuurlijk landschap? Landschapsarchitect Andrew van Egmond: “Het blijft aan de bewoners zelf hoe ze het inrichten. Samen met ontwikkelaar Blauwhoed heb ik een inspiratieboek gemaakt over wat goed kan, en wat liever niet.”

3. Heem van Selis (Van Wanrooij): bijeenkomst in het tuincentrum, flyer, regenton, nestkastje
In Heem van Selis in Boxtel vind je onder andere doorgroeibare verharding op parkeervakken, gemengde hagen en veel gevelgroen. Ontwikkelaar Van Wanrooij stimuleert bewoners om ook de privétuin groen in te richten.